De meeste mensen kennen grote glinsterende glas-in-loodramen wel van vakanties in het buitenland. In Nederland zijn ze zeldzamer; ze moeten de beeldenstorm, verwaarlozing en weersomstandigheden doorstaan hebben. Toch is er in ons eigen Amsterdam nog groot gebrandschilderd glas te zien uit de zestiende eeuw, zoals Het Sterfbed van Maria in de Oude Kerk, gemaakt door Dirck Crabeth (ca. 1505 - 1574). Van deze beroemde glaskunstenaar is ook gezegd dat hij de maker is van een tekening met het Laatste Oordeel in het Amsterdam Museum; zonder glinsterende kleuren, in zwarte en grijze inkt op papier. Maar heeft hij dit ontwerp wel getekend? Daarover bestaat grote onenigheid.
Harde, stormachtige wind hoort bij het Nederlandse klimaat, maar is zeer gevaarlijk voor kwetsbaar glas-in-lood. Daarom is het oppervlakte van een raam vaak verkleind door het invoegen van twee of meer verticale stijlen. Door dit maaswerk is het raam minder groot en dus minder gevoelig voor wind, maar loopt er dus wel een natuur- of bakstenen stijl dwars door de voorstelling. Wat laat de kunstenaar hier ‘achter’ verdwijnen? Het mag niet te veel zijn, anders kan de toeschouwer geen goed beeld krijgen van wat de kunstenaar bedoeld heeft. Toch is het bij grote ramen voor een suggestie van eenheid belangrijk dat iets deels wordt afgesneden door zo’n stijl, figuren met bijrollen en dieren zijn daarbij vaak de pineut.
In het Laatste Oordeel in het Amsterdam Museum, valt op dat de kunstenaar wel erg belangrijke stukken laat ‘verdwijnen’ achter maaswerk. Zou de voorstelling zonder deze verhulde delen nog wel helemaal goed overkomen? Door te kijken naar de manier waarop Crabeth in andere tekeningen gebruikmaakte van het maaswerk, van verhullingen en suggesties kan misschien gezegd worden of hij de tekening in het Amsterdam Museum gemaakt heeft.
Bram Simons - student Universiteit van Amsterdam