Handige jakjes
Omdat deze rijkelijk gedecoreerde jakjes van redelijk strak en onrekbaar materiaal gemaakt waren, lijken ze op het eerste gezicht ook niet gemakkelijk aan en uit te trekken. Daar hadden de achttiende-eeuwse kleermakers echter iets op bedacht. De jakjes waren vaak van achteren open, waardoor ze liggend over de voorkant aangetrokken konden worden. Aan de achterkant bevonden zich enkele bandjes, waar vervolgens knoopjes in gelegd konden worden. Omdat baby’s toch bijna altijd op de rug lagen, was dit aan de voorkant niet zichtbaar en werd de indruk gewekt van een gesloten jasje.
Kindermode uit de negentiende eeuw
Deze techniek bleef ook in de negentiende eeuw in gebruik. In deze tijd werd veel gebruik gemaakt van kleine sierschortjes en overlijfjes, die met het aankleedgemak van een of meerdere (druk)knoopjes of strikjes op de rug snel een bedekte oplossing boden voor de onderkleding van de baby. Van deze – voornamelijk witte – jurkjes, schortjes en overlijfjes zijn er veel bewaard gebleven, omdat men er zuinig op was. Kleine kinderen werden er ook dikwijls mee afgebeeld op schilderijen. Bijvoorbeeld op het getoonde portret hieronder, dat op dit moment te zien is in de Proefopstelling van het Amsterdam Museum.
Van kleermaker naar Prénatal
Ondanks het aankleedgemak van de rugsluiting, heeft deze vorm van babykleding in de tweede helft van de twintigste eeuw toch plaats moeten maken voor de bekende confectie uit winkels als HEMA en Prénatal. De kledingstukken van tegenwoordig hebben echter weer hun eigen handigheden. Rompertjes met overslag, broekjes met elastiek aan de bovenrand en T-shirts met drukkers naast de kraag dragen allemaal bij aan het aankleed- en verschoongemak van de baby. En zolang er baby’s geboren blijven worden, zijn de ontwikkelingen op dit gebied nog lang niet voltooid.