De oorzaak
Hoe kon deze situatie ontstaan? De aandacht van de stadsplanners en volkshuisvesters was lange tijd alleen gericht op nieuwbouw aan de randen van Amsterdam. Terwijl er druk gebouwd werd aan de Westelijke Tuinsteden, Buitenveldert, Noord en de Bijlmer, werden de oudere wijken binnen de ring vergeten. De staat van deze woningen werd slechter en slechter.
Toenemende problemen
Daarnaast waren de nieuwe woningen veel te duur voor woningzoekenden vanwege de hoge bouwkosten. Ondanks de nieuwbouw werd het absurd hoge woningtekort in Amsterdam alleen maar in stand gehouden. Tegelijkertijd stegen de huren van bestaande woningen om zo de kosten van renovatie en nieuwbouw te bekostigen. Veel Amsterdammers kozen er daarom voor om te verhuizen naar overloopgemeenten als Purmerend en Zaandam, waarbij zij gedwongen werden hun gemeenschap en sociale contacten achter te laten. Hun plek op de Amsterdamse woningmarkt werd overgenomen door Turkse en Marokkaanse gastarbeiders, nieuwkomers uit Suriname en een nieuwe generatie mondige jongeren.
Vooral voor deze jonge generatie babyboomers was het lastig om aan een woning te komen, omdat de nieuwbouw vooral gericht was op gezinnen. Diverse woningen en bedrijfspanden stonden leeg – maar daar kon niemand in. Voor de eigenaren leverden deze panden namelijk leeg soms nog meer geld op dan verhuurd. Ook vormden panden voor de gemeente soms onderdeel van een groter bestemmingsplan, zoals de aanleg van een metro of parkeergarage.
Plannen van de gemeente
De gemeente had aanvankelijk grote plannen met de stad. Delen van de Nieuwmarktbuurt zouden plaats moeten maken voor een vierbaansweg door de binnenstad en de krappe negentiende-eeuwse revolutiebouw in de wijken rondom het centrum zagen zij het liefst helemaal verdwijnen. Bewoners van deze wijken waren het hier uiteraard niet mee eens: zij protesteerden tegen de grootschalige sloop van hun buurten en kwamen op voor behoud.
Verzet van de babyboomers
De nieuwe generatie studenten en andere jongeren van de jaren 60 waren opgegroeid zonder oorlog als referentiepunt en genoten toenemende welvaart en (seksuele) vrijheid. Deze achtergrond leidde tot actief verzet van hun kant. Aan het begin van de jaren 60 namen de eerste jongeren hun intrek in bouwvallige pandjes op Kattenburg rondom het Waterlooplein. De kraak van een sloopwoning aan de Generaal Vetterstraat in januari 1965 ging de boeken in als de eerste officiële kraak van Amsterdam. Een nieuw tijdperk was begonnen.