En dan doet het er niet toe of het vroeger echt zo idyllisch was. Het verlangen naar buurtverbondenheid is er niet minder reëel om. Zo leidt globalisering tot versterking van het lokale. Het is een ambivalent verlangen: de moderne stedeling is zowel wereldburger als buurtbewoner. Dat opent mogelijkheden voor de buurtwinkelier.
De economisch meest succesvolle buurtwinkels zijn die zaken die verschillende soorten publiek bedienen; winkeliers die het niet alleen van de buurtbewoners moeten hebben maar ook andere klanten weten te bereiken. Dat is een van de uitkomsten van het stadsetnografisch onderzoek dat studenten sociologie van de Universiteit van Amsterdam het afgelopen jaar deden.
Naast dat economische aspect, draait het in dit onderzoek vooral om de sociale kant van de zaak. Om de winkeliers die als onbezoldigde en zelfbenoemde toezichthouders fungeren als ogen op de straat en om de betekenis van de buurtwinkel voor de bindingen in de buurt.
Vrijwel alle buurtwinkels uit ons project vervullen behalve een economische ook een sociale functie. Dat doen ze niet voor alle buurtbewoners. Het is vaak een selectie van bewoners die er komt, soms vooral de goedverdienende nieuwe stedelingen, soms vooral de ouderen. Voor sommige bewoners is de buurtwinkel een informele ontmoetingsplek, maar ook het filiaal van Albert Heijn kan fungeren als een plek waar buurtbewoners elkaar treffen en waar trouwe klanten hun favoriete caissière hebben. Zoals die oudere vergeetachtige dame uit de Beethovenstraat die moeite heeft met haar pincode. Dan helpt haar vertrouweling achter de kassa door haar nadrukkelijk articulerend toe te voegen: “uw geboortejaar”. En dat werkt.
Volgens een recent onderzoek van Ruigrok Netpanel (2009) zijn Nederlanders de buurtwinkel meer gaan waarderen. Maar hoe betrouwbaar zijn die uitspraken? Het lijkt voor velen meer ideologie dan praktijk: klanten stemmen met de voeten en dan is de supermarkt wel zo gemakkelijk en bovendien goedkoper.
De persoonlijke aandacht die de buurtwinkelier te bieden heeft is mooi maar heeft ook zijn bezwaren. Wanneer de kruidenier op de hoek wat al te indringend informeert waar je zolang was en de boodschappen overziend streng vraagt “meer niet?” lokt de anonimiteit van de supermarkt. Aandacht en bemoeizucht: het is een wankel evenwicht.
De traditionele buurtwinkel waar de minder draagkrachtigen terecht konden en op de pof kochten om de week door te komen, die winkel verdwijnt. Alleen in buurten met veel migranten zijn er nieuwe traditionele buurtwinkels bijgekomen en het is de vraag of die in de volgende generatie zullen overleven. De moderne buurtwinkel profileert zich als traiteur of door nadruk op kwaliteit, duurzaamheid of het exotische. Daarmee wordt de buurtwinkel steeds meer een ontmoetingsplek voor de beter bedeelden: de hoger opgeleide en goed verdienende nieuwe stedelingen met smaak voor de stad.