Schildersleerling

Zijn leermeester is onbekend, maar het meest waarschijnlijk is de Dordtse schilder Benjamin Gerritsz Cuyp. In 1635 ondertekende Bol een aantal notariële documenten in Dordrecht met ‘Ferdinandus Bol, schilder’. Kort daarna vertrok hij naar Amsterdam alwaar hij bij Rembrandt van Rijn in de leer ging, in diens atelier aan de Nieuwe Doelenstraat. Achterop een tekening van Rembrandt is te lezen dat hij een aantal werken van zijn leerlingen had verkocht, waaronder een werk van ‘fardynandus’. Dit is zonder twijfel Ferdinand Bol geweest.

Ferdinand Bol, De regenten van het Leprozenhuis, 1649

Ferdinand Bol, De regenten van het Leprozenhuis, 1649

Zelfstandig meester

Vanaf 1640 begint Bol zijn werk te signeren, een teken dat hij zichzelf aan het vestigen is als zelfstandig meester. Zijn werk is nog zeer geïnspireerd door dat van Rembrandt. Dit blijft zo tot ongeveer 1650. Bols werk uit deze jaren is vrij bekend. Tot de hoogtepunten behoren het immens grote 'Offer van Abraham' uit 1646 en 'De regenten van het Leprozenhuis' uit 1649. Beide zijn te zien in de tentoonstelling. In de archieven komen we Ferdinand pas weer tegen in 1652 wanneer hij – tegelijk met Govert Flinck en andere schilders – poorter wordt van Amsterdam. Het heeft er alle schijn van dat deze schilders zo in aanmerking hoopten te komen voor de decoraties van het nieuwe Stadhuis op de Dam, dat op dat moment nog in aanbouw was.

Winst en verlies

In 1653 trouwde Ferdinand Bol met Elisabeth Dell, een vrouw uit een gegoede Amsterdamse familie. Dankzij haar vooraanstaande familie kreeg Bol regelmatig opdrachten binnen. Zo diende haar opa een aantal keer als burgemeester en andere familieleden hadden betrekkingen bij de Admiraliteit. Zijn schilderscarrière verliep dan ook voorspoedig: hij kreeg belangrijke opdrachten voor de Admiraliteit én sleepte decoraties voor het Stadhuis binnen. In zijn persoonlijke leven kende hij echter veel verlies. Uit zijn huwelijk met Elisabeth Dell werd een aantal kinderen geboren, maar alleen Elbert (1657) bereikte de volwassen leeftijd. In 1660 overleed zijn vrouw, kort na de doop van een andere zoon.

Portretten van drie regentessen van het leprozenhuis in Amsterdam, Ferdinand Bol, ca. 1668 (Rijksmuseum SK-C-367)

Portretten van drie regentessen van het leprozenhuis in Amsterdam, Ferdinand Bol, ca. 1668 (Rijksmuseum SK-C-367)

Alle rechten voorbehouden

Neerleggen van het penseel

Negen jaar na de dood van Elisabeth trouwde Bol met Anna van Erckel, een rijke weduwe. Bol werd daarmee financieel onafhankelijk en dit lijkt direct het einde van zijn schilderscarrière te zijn geweest. Na 1669 is er geen gesigneerd en gedateerd werk van hem bekend. De middelste vrouw op Bols 'De Regentessen van het Leprozenhuis' (1667) is er in 1670 bijgeschilderd en is vermoedelijk niet van zijn hand. Hij noemt zich in 1670 in een document koopman en in 1672 gaat hij aan de Keizersgracht wonen, in het huis waar nu Museum van Loon is gevestigd. In 1680 overleden beide echtelieden kort na elkaar.

Wil je weten hoe het Ferdinand Bol in zijn jonge jaren verging?  Lees hierover op de blog van Het Rembrandthuis