In het Amsterdam Museum is een vitrine ingericht met een aantal objecten die het verhaal vertellen van deze, voor Amsterdam en heel Nederland, bijzondere manifestatie. Een van de objecten is een hockeystick vervaardigd door de Londense firma Bussey. Dergelijke hockeysticks, met zijn voor die tijd typische grote kromming, werden ook op deze Spelen gebruikt.
In 1928 waren veertien sporten vertegenwoordigd, waaronder hockey voor mannen (het vrouwenhockey werd pas vanaf 1980 een Olympische sport). Het was voor het eerst dat Nederland met deze sport op de Spelen was vertegenwoordigd. Tot 1926 werd het hockey in Nederland gespeeld volgens de Hollandse regels die in het buitenland niet werden gehanteerd. Zo hadden wij een stick met twee platte kanten en konden de bal dan ook met beide kanten bespelen. De hockeybal met de voet stoppen en de tegenstander met de stick haken werd niet bestraft.
Toen bekend werd dat Nederland de Spelen mocht organiseren werden de regels aangepast, waarbij onder andere gold dat de bal alleen met de platte kant bespeeld mocht worden. Bij een aantal oefenwedstrijden met het Brits-Indisch team – dat al jaren speelde volgens deze regels en topfavoriet was voor de Spelen – werden de Nederlanders weggespeeld. In een van de oefenwedstrijden werden ze met 15-2 ingemaakt.
De Nederlandse ploeg leerde echter snel en haalde zelfs, onverwacht, de finale! In deze finale, gespeeld in het bijna uitverkocht Olympisch stadion, moest het team opnieuw aantreden tegen het mannen uit India. Ondanks het goede spel van het Nederlandse team werd er met 3-0 verloren. Nederland zou nadien altijd een prominente rol spelen op het Olympische hockeyveld.
Deze bijdrage verscheen ook in de rubriek Hebben en Houwen van het Amsterdam Museum in stadsblad de Echo.
Kijk hier voor meer informatie over dit object.