Bij gebrek aan ander werk besloot de oudste procuratiehouder, J. Rogge, de bedrijfsachieven in te duiken. Op basis daarvan schreef hij een dikke pil met de titel Het Handelshuis Van Eeghen. Proeve eener geschiedenis van een Amsterdamsch Handelshuis (Amsterdam 1949). Het is een geweldige, zij het enigszins gekleurde, bron voor de bedrijfsgeschiedenis van Van Eeghen & Co.
Het boek is een lofzang op één van de oudste handelshuizen van Amsterdam. In het voorwoord bedankt de schrijver een van de dan zittende firmanten, Mr. Chr. P. van Eeghen en Mr. P. van Eeghen. Zij zullen heel wat invloed hebben gehad op het eindresultaat. Des te interessanter is het dat Christiaan Pieter van Eeghen er niet alleen maar goed vanaf komt.
Zijn wil gold als wet
‘Op het kantoor was hij de strenge aristocraat, wiens wil gold als wet. Vooral in de laatste jaren zijns levens boezemde hij den bedienden ontzag in, terwijl zijn mede-vennooten zich naar zijn wenschen richtten. Kantoorwerk deed hij toen nauwelijks meer, en het verhaal gaat, dat hij zelfs het teekenen der brieven aan zijn compagnons overliet.’
Een autoritaire figuur voor wie het personeel bang was, die zich er qua werk wel heel makkelijk vanaf maakte? Het is een interessant beeld. Rogge lijkt er zelf enigszins van geschrokken te zijn, want hij haast zich om op de volgende bladzijde toe te voegen: ‘Christiaan Pieter van Eeghen behoort tot de allergrootsten van zijn geslacht; de firma Van Eeghen & Co is er trotsch op, dat het bevorderen van haar bloei en het hooghouden van haar naam, een groot deel van zijn werkzaam leven hebben gevuld.’
Zo is het. En procuratiehouder Rogge hoefde toch niet te worden ontslagen.