Museum Willet-Holthuysen bevindt zich in het pand Herengracht 605 in Amsterdam. Het huis werd in 1685-87 gebouwd voor Jacob Hop, pensionaris van Amsterdam. In het huis woonden achtereenvolgens zo'n twintig verschillende families, waaronder de koopmans- en regentenfamilies Deutz en Backer.
Louisa Willet-Holthuysen (1824-1895), weduwe van de kunstverzamelaar Abraham Willet (1828-1888), was de laatste bewoner van het pand. Zij liet in 1895 het huis en haar kunstverzameling na aan de stad Amsterdam. Sindsdien is het huis open voor publiek onder de naam ‘Museum Willet-Holthuysen’ en wordt beheerd door het Amsterdam Museum. Kijk voor de beschrijving van het huis op de website van het museum.
Over de inrichting en het gebruik van dit huis wordt sinds de schenking in 1895 gepraat. Zo hebben enkele fragmenten van de interieurs uit het Stedelijk Museum een plek in Museum Willet-Holthuysen gevonden. De keuken is een latere reconstructie van een vroeg 19de-eeuwse keuken met onderdelen uit verschillende Amsterdamse woonhuizen.
De plafondschildering van Jacob de Wit uit 1744 in de Herenkamer is afkomstig uit een huis even verderop aan de Herengracht. In de tijd dat het echtpaar Willet-Holthuysen het huis bewoonde bevond zich hier een vroeg 19de-eeuws stucplafond met een rijk gedecoreerd middenrozet.
Binnenkort zal op deze plek meer over de inrichting van het huis worden verteld.