Suriname wordt bestuurd door de Sociëteit van Suriname. De voornaamste aandeelhouder is de stad Amsterdam en de voornaamste eigenaren van de suikerplantages zijn Amsterdamse kooplieden. Ze klagen over marrons, slaven die zijn gevlucht voor alle wreedheden en vanuit het oerwoud plundertochten ondernemen. In 1772 voert John Gabriël Stedman een leger aan tegen de marrons. Later blikt hij in een geruchtmakend boek met gemengde gevoelens terug op zijn ervaringen. Hij is voorstander van slavernij maar heeft ook begrip voor de marrons.

Reize naar Surinamen, en door de binnenste gedeelten van Guiana, J.G. Stedman, 1799-1800