Enthousiast vertelt Ellen over haar band met deze buurt. Van grootmoeders kant is er een lijn met de Sefardische Joden uit Portugal die zich in de zeventiende eeuw in Amsterdam hebben gevestigd. Het Jonas Daniël Meijerplein en de Portugese Synagoge zijn aan die groep gerelateerd.” De Portugese Synagoge – vereeuwigd door schilders Gerrit Berckheyde en Emanuel de Witte – is een van de spectaculairste gebouwen van zeventiende-eeuws Amsterdam. Ellen loopt er graag langs. “Je komt hier en je ziet op vrijdagavond door die prachtige groene ramen de lichtjes branden.” Ze wijst naar de bebouwing rondom de synagoge. “Vroeger woonden er mensen in die kleine, lage huisjes.”

Ellen voelt zich ook verbonden met het naastgelegen Joods Historisch Museum, “wat ook ooit synagogen waren, maar dan voor Oost-Europese Joden. Daar heb ik via de andere familielijn verbinding mee.” We lopen langs de synagoge naar het bronzen beeld van een dokwerker, dat midden op het Jonas Daniël Meijerplein staat. Nog een reden voor Ellen om deze plek te kiezen. “De Dokwerker, die het verzet in de Tweede Wereldoorlog verbeeldt, vind ik heel belangrijk. In februari kom ik hier voor de herdenking. Tegenwoordig zijn daar gelukkig weer meer mensen bij, maar het was een tijdje rustig.”

De Portugese Synagoge, het Joods Historisch Museum en het Jonas Daniël Meijerplein vormen het centrum van wat er over is van de oude Joodse buurt. Het is voor Ellen altijd prettig om hier rond te lopen en even te verblijven. Op mijn vraag of het alleen prettig is, en niet ook beladen, zegt ze: “Ja. Ik ben van na de oorlog, dus ik heb geen oorlogsverleden –  niet direct. Natuurlijk speelt dat denk ik wel mee, maar ik ben van de tweede generatie, dat is anders. Maar de verbondenheid die ik met dit stukje buurt heb gaat vanzelf, die zit in me en ervaar ik zonder dat ik me er heel bewust van ben.”

Ik vraag Ellen of ze deze plek typisch Amsterdam vindt, en waarom. Ze denkt lang na en zegt: “Amsterdam is natuurlijk heel gastvrij geweest voor Joden in de tijd dat deze synagogen gebouwd mocht worden, zeker vergeleken met andere landen. Veel Portugese Joden zijn daarom hiernaartoe gekomen. Ik denk dat deze plek heel goed de Amsterdamse de tolerantie toont. Althans, de tolerantie zoals die aan Amsterdam is toegeschreven.” “Maar”, zegt Ellen, “of we onszelf daar nu nog op de borst voor mogen kloppen weet ik niet. Ik kan van mijzelf zeggen van wel, maar je leeft met meer mensen. Ik vind het moeilijk.”