Pui Kei Tam van het atelier Barbara Broekman had dit evenement georganiseerd. Iedereen kreeg een sticker met het een foto van het tapijtfragment uit zijn of haar eigen land. Er waren museumcollega’s en vrienden van Barbara, Amsterdammers met andere nationaliteit(en) die zich gemeld hadden na oproepen op Facebook, leerlingen van het Nova Collega en Roberto Payer van het Hilton Hotel. Er ontstonden geanimeerde gesprekken over afkomst, over Amsterdam, over waar je je thuis voelt en natuurlijk over het kunstwerk. Iedereen zocht zijn of haar ‘eigen’ stukje van het tapijt op voor de foto. En zo werd Mijn stad: een feest van verscheidenheid in gebruik genomen door deze dwarsdoorsnede van de Amsterdamse bevolking.

"Welcome home"

De jongste bezoeker kroop over het kleed, Eline Hermida van bijna 1. Zij is zelf een voorbeeld hoe het kan verkeren met nationaliteiten. Haar vader Erik Hermida is geboren in New York uit een Nederlandse moeder en Spaanse vader en hij kreeg de Amerikaanse nationaliteit, omdat dat in de VS een geboorterecht is. Na de scheiding ging hij met zijn moeder naar Nederland. Zij wilde de kleine Erik inschrijven als Amerikaan in het Amsterdamse bevolkingsregister, maar hij werd een Spanjaard. In zijn geboorteakte stond immers dat zijn vader Spaans is. En daarom is de kleine Eline, geboren in Amsterdam uit een Nederlandse moeder, nu ook een Spaanse. Erik heeft ook nog steeds zijn Amerikaanse paspoort. Als hij op het vliegveld in Amerika zijn paspoort moet laten zien aan ‘zo’n dikke Puertoricaanse douane beambte’ kijkt die hem altijd wat meewarig aan, omdat hij niet in de VS woont en zegt dan met nadruk: "Welcome home sir". Dat zouden ze in Nederland ook best mogen gaan doen, vindt Erik.