Toen Wynand Fockink in 2013 werd overgenomen door Lucas Bols en enkele vaste klanten hun beklag deden, merkte de toenmalige baas op: "jullie moet je niet vergissen in de magie van het proeflokaaltje zelf". Het rijke verleden is in het proeflokaal van Wynand Fockink alomtegenwoordig en tot in de kleinste kiertjes voelbaar.

Toen Hans jaren geleden in Antwerpen woonde, luisterde hij via zijn radio naar een verslag van het Jordaanfestival. ‘Oh saberiosia, Sabbere he he he ho la di jo’, klonk het. Op dat moment glinsterden de tranen in zijn ogen. In die glinstering werd zijn diepgewortelde liefde voor Amsterdam weerspiegeld. "Belachelijk", roept Hans als hij eraan terugdenkt, "mijn ouders zijn helemaal geen Amsterdammers, maar het is zo typisch Amsterdam". Als Hans die Amsterdamse tongval hoort en als hij – na een paar borrels – ook zo spreekt, voelt hij de sentimentaliteit van de stad. Bij Wynand Fockink is dat net zo: je kan er het verleden niet alleen voelen, maar ook drinken. Wat vroeger in elke kroeg in Amsterdamse goed gebruik was, is dat hier nog steeds. "Je mag niet telefoneren, je moet slurpen en je at nóóit je borrel."

"Het is een van de vele pareltjes uit de stad", zegt Hans, "je hoeft alleen maar te zoeken". Dat is ook zo bij de drank die hier wordt geschonken. Volgens Hans vergelijken we alcohol te vaak met het buitenland, terwijl we hier juist schitterende producten hebben. "Als we het over jonge jenever hebben, vergelijken we dat met de smaak van wodka. Gaat het over oude jenever dan denken we gelijk aan whisky". Dat is opmerkelijk, want in Schotland zou een distillateur nooit zeggen: "Oh, whisky? Kent u Nederlandse jenever? Daar lijkt het op!" Trots is bij Wynand Fockink geen vies begrip, want de kracht van het eigen product ontbloot zich in de glimlach van iedere fijnproever.

In Wynand Fockink is iedereen gelijk. "Of je nou een toerist bent of al honderden borrels hebt opgeslurpt, we nemen de tijd voor je", merkt Hans op, "de buitenlandse gast moet het idee hebben en houden dat hij in een Amsterdamse firma is zonder mij in een Volendams kostuum te zien". De variëteit in Amsterdam is eindeloos, omdat je alles op een klein stukje van de wereld kan ontdekken. "Het lijdend voorwerp ben ik zeker niet", zei Hans aan het begin van het gesprek, maar door zijn energieke karakter weet hij juist het Amsterdamse zijn verreikende klank te geven.