Zittend weesmeisje met boek, Nicolaas van der Waay

Zittend weesmeisje met boek, Nicolaas van der Waay

De afgelopen maanden heb ik monomaan aan het proefschrift gewerkt. Er kon zelfs geen blogje vanaf, waarvoor excuses. Nu is het Grote Werk eindelijk de deur uit en voel ik me vooral leeg. Ergens ben ik wel blij, maar de echte opluchting moet nog komen. Ik heb eerst nog wat tijd nodig om af te kicken.

Marathon

Een promotieonderzoek is een soort marathon, in mijn geval een marathon met heel wat voorziene en onvoorziene pauzes. Daarin maakte ik tentoonstellingen, gaf ik colleges, werd ik ziek en weer beter, keek ik werkstukken na en deed ik nog duizend dingen meer. Maar na al die zijpaden kwam ik toch steeds weer terug op de route van het proefschrift.

Soms raak je tijdens zo’n marathon in een trance. Dan vergeet je de tijd en ben je in een andere wereld. Je geniet van het landschap dat aan je voorbij trekt. In mijn geval waren dat de onbekende stukken van de negentiende-eeuwse stad, waar mijn route langs liep. Maar er zijn ook genoeg momenten dat je kuiten branden, dat je uitgedroogd bent, dat je hele lichaam protesteert en dat je gek wordt van het feit dat je de finish maar niet ziet.

Nu zit ik opeens uit te hijgen, daar bij die eindstreep. In de ene hand een bidon met water, in de andere een fles cava. Volstrekt onwerkelijk. Gelukkig zit Van Eeghen nog steeds naast me, energiek en doelgericht als altijd. Hij had al jaren geleden bij de finish kunnen zijn, maar hij was zo aardig om op me te wachten. Nu wachten we samen op het oordeel van de commissie.