Na een rondleiding door het huis ging een deel onder leiding van textielrestaurator en docente Lisca Wurfbain aan de slag met de schoonmaak van de tapisserie en meubelbekleding van de grote zaal. De anderen vertrokken naar de zolder, die voor deze gelegenheid was omgetoverd tot werkruimte. Hier werden onder leiding van behangspecialist Richard Harmanni en ondergetekende de behangfragmenten uit de collectie van het museum geïnventariseerd, beschreven en opgemeten.
Soms ging het daarbij om overzichtelijk schone rolletjes. Lastiger waren de gevallen waar restanten behang in meerdere lagen over elkaar geplakt waren. Dan is het zaak om zorgvuldig de laagjes af te pellen en te determineren.
Een tikje verwarrend was de ontdekking dat tussen de historische behangsel restanten uit Willet ook modernere fragmenten terecht waren gekomen die afweken qua druktechniek en in relatief goede staat waren. Al snel werd geopperd dat het hier mogelijk om tentoonstellingsbehang ging. Thuisgekomen was één blik in de catalogus van ‘In Holland staat een huis’ genoeg. In deze tentoonstelling, gehouden in het Stedelijk Museum in 1941, werden diverse negentiende-eeuwse stijlkamerinterieurs getoond met de bijbehorende stoffering en - naar nu blijkt - gereconstrueerde behangsels.
Mijn persoonlijke favoriet was het donkergroene reliëfbehang dat oorspronkelijk afkomstig is uit de bibliotheek van Abraham Willet. Toen alle stukken waren uitgerold bleek het nog vrij compleet te zijn. Fraai om te zien was hoe goed de kleur nog bewaard was gebleven achter een ovale lijst en ook hoe men achter een boekenkast heel zuinig met allerlei reststukken had gewerkt. Hopelijk valt het geheel nog te restaureren en wellicht kunnen we dan weer terugplaatsen.
Tot slot; op zolder liggen nog veel meer veelbelovende fragmenten, er zijn nog kramerijen, lambriseringen, lijstwerk, ornamenten, archeologische resten en stucrestanten die nodig gesorteerd, beschreven en genummerd moeten worden. Ambitieuze studenten die nog museaal willen puzzelen zijn welkom!