Hoe ziet de Nederlandse identiteit eruit? Die vraag komt voor het eerst op tijdens de Tachtigjarige oorlog tegen Spanje (1568-1648), tegenwoordig de Opstand genoemd. De Nederlanden zijn in die tijd een lappendeken van gewesten zonder gemeenschappelijke taal of leiding. Ze willen juist hun autonomie behouden, maar de strijd tegen de Spanjaarden vraagt dat ze zich te verenigen. Ze weten zich daarbij gesteund door het Wilhelmus, dat over een ‘vaderland’ spreekt en de troepen aanvuurt. Als auteur van het lied wordt Philips van Marnix van Sint Aldegonde genoemd, de rechterhand van opperbevelhebber Willem van Oranje. Dezelfde Marnix is in 1585 burgemeester van de hoofdstad van het opstandige gebied, Antwerpen, als die moet capituleren voor de Spanjaarden. Antwerpen verloren, Willem van Oranje kort daarvoor vermoord - de Opstand staat er beroerd voor. Wie kan vermoeden dat de noordelijke Nederlanden voor een Gouden Eeuw staan? In deze aflevering staan het Wilhelmus en Philips van Marnix van Sint Aldegonde centraal.
Aan het woord komen onder andere schrijver Tom Lanoye en historicus Judith Pollman.
Bekijk hier de aflevering terug.