Theater over Slavernij

Jacobus Capitein werd als jongen in West-Afrika gevangen en tot slaaf gemaakt. Hij werd meegenomen naar Nederland, mocht studeren en verdedigde de slavernij in zijn theologisch proefschrift uit 1742. De filosoof John Locke verwerpt slavernij, omdat alle mensen gelijk zijn, maar bezit aandelen in de slavenhandel. De mannen hebben elkaar nooit ontmoet. Cees Maris brengt hen samen tijdens een fictieve rechtszaak op 29 februari 1744 in Fort Elmina. Locke, gespeeld door Ab Gietelink, verdedigt Virginia en Capitein, een rol van Raymi Sambo, pleit namens de eigenaar van Virginia.

De entourage in de Lutherse Kerk is schitterend met de verlichte kroonluchters en houten preekstoel. Op de bovengalerij zingt de Ghanese zangeres Rebecca Atanga een treurlied in het fra fra terwijl het cortège binnenkomt en Cees Maris met zijn rechtershamer de preekstoel beklimt. Locke en Capitein filosoferen over de opvattingen over slavernij van God en van wijsgeren. Virginia, een mooie rol van Urmie Plein, bespot God, filosofen en haar aanklager. Ze maakt Capitein uit voor ‘bounty’, een verrader van zijn eigen volk. Ondanks het zware onderwerp is het stuk geestig en doorspekt met eigentijdse grappen, die ik niet zal verklappen voor degenen die het stuk nog willen zien.

In De Zwarte Bladzijde van de Gouden Eeuw ligt het boek proefschrift van Jacobus Capitein, waarop hij promoveerde aan de universiteit van Leiden in 1742. Hij verdedigde de slavernij als "niet strydig tegen de christelyke vryheid".

Wij verlangen onze vrijheid! wordt nog vier keer opgevoerd, op 2 en 9 juni in het Stadsarchief en op 16 en 23 juni bij Bijzondere Collecties. Op Youtube is een registratie van de opvoering in de Lutherse Kerk te zien.