Vanaf 1580 breidt de Nederlandse handel zich binnen 50 jaar uit tot over de hele wereld. Een markant punt is 1602, de oprichting van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) door de Staten-Generaal. De VOC mag als enige vanuit Nederland in Azië handel drijven, gebieden besturen en oorlog voeren. In feite bepalen de belangrijkste afdelingen (Kamers), vooral die van Amsterdam, en de bestuurders overzee de gang van zaken.

De praktijk overzee wijkt af van die in de Republiek. Enerzijds zijn gemengde huwelijken er gewoon, omdat er in de West en de Oost nauwelijks blanke vrouwen zijn. Anderzijds is scheiding naar kleur en discriminatie daar de dagelijkse praktijk. Waarom? Men past zich aan. Bovendien worden keuzes voor slavernij of segregatie ingegeven door streven naar winst en angst voor opstanden. Waar Nederlanders geen macht kunnen uitoefenen, verblijven zij onderdanig in een kantoor en bieden de lokale heersers jaarlijks geschenken aan. Waar Nederlanders de macht hebben, bouwen zij sterke forten en steden direct aan zee. Niet primair voor verovering van land of het brengen van protestantisme, vooral voor de handel. De zee is cruciaal. Nederland overzee draait om versterkte havensteden, of beter gezegd, versterkte handelsmagazijnen: knooppunten in een wereldwijd web van handelsroutes.

De andere kant van het verhaal

Naast de VOC wordt in 1621 een tweede compagnie opgericht: de West-Indische Compagnie. De WIC richt zich op de driehoekshandel: één schip, drie routes met verschillende ladingen. Wapens, kauri schelpen en stoffen gaan naar Afrika. Gevangen genomen Afrikanen worden naar Zuid Amerika verscheept. Het schip keert terug naar Europa met producten van de plantages. Plantageslaven moeten hard werken, krijgen eenzijdig voedsel en hebben geen recht op een gezinsleven. Velen zijn blijvend verminkt door lijfstraffen. Ontsnapte slaven vormen gemeenschappen in de jungle: de Marrons. Nederlandse militairen maken jacht op hen. Later sluiten de koloniale overheid en de Marrons vredesverdragen. Er zijn verordeningen tegen gemengde relaties, maar die zijn onvermijdelijk. Met name op de Antillen raakt de bevolking steeds gemengder van kleur: door verkrachting en uit liefde worden kinderen van zwarten en blanken geboren. Huisslaven zijn vaak lichter van kleur.

Meer informatie?

Wil je meer lezen over de West-Indische Compagnie of de driehoekshandel?
- J.M., Postma, The Dutch in the Atlantic Slave Trade, 1600-1815 (2008).