De klant is koning

Vroeger kwamen de hele dag venters door de straat of aan de deur met levensmiddelen: brood, melk, en groenten. De meeste vrouwen waren huisvrouw en dus thuis. De leveranciers hadden een bakfiets, een paard en wagen en later ook auto’s. Bij rijke mensen kwam wel een slagersjongen aan de deur om de boodschappen op te schrijven en later te bezorgen. Of mevrouw belde naar de winkel, waarna het dienstmeisje de bestelling ging halen.
Aan huis bezorgen was belangrijk, want zo hield je tevreden klanten. Maar ook deskundig advies, een vriendelijk praatje en de mogelijkheid om te poffen (later te betalen) droegen allemaal bij aan de klantenbinding.

Overzicht foto Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeule, 2011.

Overzicht foto Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeule, 2011. Door: Anika van de Water

Alle rechten voorbehouden

Winkelsluiting

Aan het begin van de 20ste eeuw waren winkels van ’s ochtends vroeg tot vaak tien uur ’s avonds geopend. Vaste klanten konden ook na sluitingstijd terecht. Alle concurrenten bleven tot laat open, dus je moest wel. De winkeliers beslisten zelf over de openingstijden. Onder invloed van de winkelsluitingswetten in Engeland en Duitsland kwam in Nederland de discussie op gang over het reguleren van openingstijden. Veel zelfstandige ondernemers waren tegen overheidsbemoeienis. Winkelpersoneel voerde niet zo snel actie; dat was meer iets voor arbeiders en daar keek de middenstand op neer. In 1930 kwam er uiteindelijk een Winkelsluitingswet. Vanaf 1951 was voor iedereen de avondsluiting voortaan om 6 uur. In de jaren tachtig kwam de omslag: de openingstijden werden verruimd.

Overvallen Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011.

Overvallen Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011. Door: Anika van de Water

Alle rechten voorbehouden

Diefstal en overvallen

Winkels, vooral kleine, hebben veel te lijden van winkeldiefstal. Veel winkeliers leven jaren lang met de trauma’s van een overval. In 2010 zorgde de dood van juwelier Fred Hund aan de Jan Evertsenstraat voor een schok.
Jaren lang had het echtpaar Butt, dat een tabakszaak runde aan de Barentszstraat, een hockeystick achter de toonbank. Alleen al het dreigen met de stick bleek een paar keer effectief te zijn.

Betalen. Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011.

Betalen. Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011. Door: Anika van de Water

Alle rechten voorbehouden


Verpakken en betalen

Het werk van de winkelier is ingrijpend veranderd in de 20 ste eeuw. Veel winkels werden gedreven door een echtpaar en de oudere kinderen werkten mee. De hoeveelheid die de klant wilde werd afgewogen en in zakken verpakt. Winkeliers konden erg goed hoofdrekenen. ‘s Avonds en in het weekend werd de administratie gedaan. Winkeliers konden erg goed hoofdrekenen. Eind 19de eeuw werd in Amerika de kassa uitgevonden, maar dat was een luxe die veel winkeliers zich niet konden veroorloven. Buurtwinkels hebben meestal nog een toonbank met een kassa.
Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er de zelfbedieningszaken met voorverpakte spullen en boodschappenmandjes. Wat voor ons normaal is, was toen een revolutionaire verandering. Sinds de introductie van barcodes hoeven caissières in de supermarkt alleen het product langs de scanner te halen. De voorraadadministratie wordt automatisch bijgehouden.

Hierbij werden de prijzen van een aantal producten in 1920, 1960 en 2011 getoond. In 1920 rekenden de meeste winkeliers uit hun hoofd. In de loop van de twintigste eeuw kwam er in steeds meer winkels een kassa. Kinderen konden hier met een scanner kijken hoeveel producten nu kosten en waar ze vandaan komen.

Kreten. Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011.

Kreten. Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011. Door: Anika van de Water

Alle rechten voorbehouden

Beter kleine baas dan grote knecht

Winkeliers zijn graag eigen baas, maar samenwerking kan wel voordelig zijn. Vanaf het einde van de 19de gingen winkeliers bij inkoop en organisatie samenwerken in zogeheten CO-OP's (CO-OP komt van Coöperatie: samenwerking). De SPAR (opgericht in 1932) was een ander samenwerkingsverband van zelfstandige winkeliers sterker te staan tegen over filiaalbedrijven, zoals de kruideniersbedrijven van Albert Heijn en De Gruyter. DE SPAR staat voor Door Eendrachtig Samenwerken Profiteren Allen Regelmatig. Tegenwoordig proberen winkeliers in een winkeliersvereniging gezamenlijk hun straat of buurt te promoten.

Dirk. Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011.

Dirk. Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011. Door: Anika van de Water

Alle rechten voorbehouden

Dirk

In 1948 begon boerenzoon Dirk van den Broek (1924) de eerste zelfbedieningszaak in Amsterdam. De boerderij van Dirks ouders lag waar nu ongeveer het Rembrandtpark is. Als 15-jarige ging hij melk venten met een ponywagen. In 1942 begon hij samen met zijn vrouw Joukje een melkwinkel aan het Mercatorplein. Na de oorlog kreeg Dirk het idee voor de zelfbedieningszaak door een artikel in een Amerikaans tijdschrift. Dirk en Joukje van den Broek waren na de verbouwing van hun zaak in 1948 weken bezig om huisvrouwen uit leggen hoe een zelfbedieningszaak werkt. In 1952 maakte Dirk een succes van de eerste supermarkt van Nederland (in de Kinkerstraat). De schaalvergroting in de detailhandel was begonnen.

Genco's. Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011.

Genco's. Tentoonstelling AM. Foto: Monique Vermeulen, 2011. Door: Anika van de Water

Alle rechten voorbehouden

De Genco’s – van Turks naar internationaal

In 1972 begon Mustafa Genco (1935) een eethuisje in de Spaarndammerbuurt. De hele familie werkte mee. In het restaurant was een winkeltje waar landgenoten kwamen om producten uit Turkije, zoals bulgur, thee, dolmas of groenten in zuur te kopen. De winkel verkaste in 1975 naar de Borneostraat in Oost. Vanuit deze halalslagerij stichtten de zoons en neven Genco nieuwe levensmiddelenzaken in de Van Swindenstraat en de Rijnstraat. In 2006 werd de winkel in de Borneostraat doorgebroken naar de drukkere Javastraat. Het is al lang niet meer alleen een zaak voor Turken. Sinds de jaren zeventig zijn Nederlanders veel internationaler gaan eten. De Genco’s hebben een gevarieerde klantenkring en verkopen inmiddels producten uit de hele wereld.