Enkele jaren na de Franse Revolutie (14 juli 1789), trokken de Fransen Nederland binnen. Stadhouder Willem V vluchtte naar Engeland. Een ‘revolutionair comité’ drong er bij de Amsterdammers op aan de Fransen enthousiast in te halen om daarmee te getuigen van de revolutionaire gezindheid. Dat gebeurde, maar niet met veel overtuiging. Op de Dam werd op 19 januari 1795 een symbolische ‘Vrijheidsboom’ geplant. Onder invloed van de politiek van het nieuwe regime verdwenen in de daaropvolgende jaren o.a. de functie van burgemeester, de gilden, de vroedschap, de schepenbank én de zelfstandigheid van de stad. Met name de oud-regenten, de stedelijke burgerij en de ambachtslieden hadden hier dus nogal onder te lijden. Maar na verschillende politieke omwentelingen konden de orangisten uiteindelijk toch weer aan de macht komen in Amsterdam. De Vrijheidsboom werd vervolgens snel weer verwijderd. Volgens het begeleidend commentaar bij dit eikenblad van blik werd de boom in de nacht van 19 op 20 mei 1802 weggenomen, "niet alleen omdat hij aan sijn bestemming (volgens ’t Schrijven van de Couranten) heeft Voldaan, maar ook om dat deselve geen goede Vrugten Voortbragt". Meer informatie