Sinds 1929 heerste een ernstige economische crisis. Velen raakten werkloos en moesten van een schamele steunuitkering zien rond te komen. In Amsterdam was het aantal ondersteunden opgelopen van ongeveer 10.000 in 1929 tot zo’n 50.000 in het midden van de jaren dertig. De regering probeerde de begroting sluitend te houden en bezuinigde op nagenoeg alles. Ook op de steunuitkeringen. In juli 1934 brak daartegen een oproer uit. Het rommelde al langer, maar op 4 juli barstte de bom. Na een bijeenkomst in gebouw De Harmonie aan de Rozengracht van het Werkloozen Strijd Comité, kwamen de inwoners van de Jordaan in opstand. Ze richtten barricades op en verjoegen de politie uit de wijk. Ook in andere stadsdelen protesteerden arbeiders tegen de steunverlaging. Het Jordaanoproer werd gebroken door de inzet van het leger. Er vielen vijf doden. Bij de Noorderkerk herinnert een monument aan het oproer Meer informatie