Kort na zijn aantreden als bestuurslid in september 1731 werd chirurgijn Abraham Titsingh namelijk geconfronteerd met frauduleuze praktijken van zijn reeds zittende collega’s. Zij bleken chirurgijnsdiploma’s te verstrekken tegen betaling en gelden achter te houden die bestemd waren voor de chirurgijnsweduwen. In plaats van de voor hem bedoelde steekpenningen te accepteren, besloot Titsingh de zaak uit te zoeken, hierbij gesteund door de stadsregering. Uiteindelijk werden op 24 januari 1732 alle zittende leden van het gildebestuur afgezet. Hun groepsportret hadden zij kennelijk ook uit de gildekas bekostigd. Alleen Titsingh bleef aan en zou een nieuw bestuurscollege vormen. De drie afgebeelde chirurgijns behielden overigens hun bloeiende praktijken als chirurgijns. Meer informatie
#020today: Corrupt bestuur Chirurgijnsgilde afgezet
In 1728 had Cornelis Troost de opdracht gekregen om voor het chirurgijnsgilde dit groepsportret te schilderen. De drie chirurgijns zijn afgebeeld die van september 1730 tot september 1731 zitting hadden als bestuur van het gilde. Troost heeft in deze voorstelling de nadruk gelegd op de bestuurlijke kwaliteiten van de heren: ze zijn vereeuwigd alsof ze de vergadering even onderbreken om de schilder zijn werk te kunnen laten doen. De geportretteerde bestuursleden beseften op dat moment nog niet dat hun portret een jaar na de oplevering van het doek zou worden geassocieerd met een corruptie-affaire, die zou leiden tot een reorganisatie van het chirurgijnsgilde. De diploma’s zoals afgebeeld op het schilderij speelden hierbij een cruciale rol.