15 mei 1414: die datum staat in het kriebelig handschrift van pater Pieter Lambertsz, een van de laatste paters van het klooster, voordat dit in 1578 zou worden opgeheven. In het document wordt ingegaan op de eerste stappen op het kloosterpad van de ‘susteren’ van Sint Lucia. De genoemde datum is de schenkingsdatum van een perceel door Coptgin Ysebrandtsz.

Het geschonken ‘erf’ ligt in de Bindwijk, tegen het Begijnhof aan, tussen de Nieuwezijds Voorburgwal en de Begijnensloot in. Op het ‘Gezicht op Amsterdam’ van Cornelis Anthonisz. uit 1538 (op afbeelding detail) is het Begijnhof goed herkenbaar aan het open middenterrein (op kaart bovenaan); het Sint-Luciënklooster ligt schuin rechts hieronder rond een kleinere binnenplaats.

Aan de schenking is een aantal voorwaarden verbonden. Zo moeten de begunstigden, onder de bezielende leiding van Brechten Jan van Dymensdr, ‘in gheesteliken state’ leven. Maar dat doen ze al. Zij hebben elkaar eerder al gevonden in het geloof en wonen bij elkaar als ‘Zusters van het Gemene Leven’. Lambertsz noemt hen ‘baghinen’, maar anders dan begijnen wonen de zusters niet in afzonderlijke huizen maar in één zusterhuis dat kort voor 15 mei 1414 gesticht wordt.

Dat geestelijk leven willen zij voortzetten. Zij willen God eren, ‘hair leven lanc’ onder de paraplu van de heilige Lucia en nemen daartoe in 1416 een kloosterregel aan. Het wordt de Derde Regel van Franciscus, een lekenorde waarbij zij niet verplicht zijn een eeuwige gelofte af te leggen. Het zusterhuis wordt omgedoopt tot Sint Luciënklooster, de ‘baghinen’ worden kloosterzusters en Brechten wordt hun eerste mater. Het klooster sluit zich aan bij het Kapittel van Utrecht.

’t Klooster van St. Lucia, anno 1544. Naar gezicht op Amsterdam in Vogelvlucht, Cornelis Anthonisz., Joh. van September, uitgever, 1729. Collectie Stadsarchief Amsterdam

’t Klooster van St. Lucia, anno 1544. Naar gezicht op Amsterdam in Vogelvlucht, Cornelis Anthonisz., Joh. van September, uitgever, 1729. Collectie Stadsarchief Amsterdam

Het Sint-Luciënklooster is in 1414 het twaalfde klooster van de eenentwintig die Amsterdam in de late middeleeuwen zal gaan tellen. Het overgrote deel hiervan bevindt zich aan de ‘Oude Zijde’; het Sint-Luciënklooster is het eerste van de drie kloosters die aan de ‘Nieuwe Zijde’ worden gerealiseerd.

In deze beknopte blog beperken we ons tot het prilste begin van het Sint-Luciënklooster; voor een uitgebreide blog over dit klooster kan worden doorgeklikt op deze link.