In het nieuwe nummer van Amstelodamum is het hoofdartikel gewijd aan Ad Grimmon (1883-1953), ‘interieurarchitect en kleurmeester’. Het is geschreven door architectuurhistoricus Cilly Jansen, achternicht van Grimmon en het resultaat van uitgebreid onderzoek. Nadat zij een jaar geleden het hier afgebeelde portret toevallig op internet zag en haar vaders blik in zijn ogen herkende, zocht ze verder en ontdekte dat het werk deel uitmaakt van de collectie van het Amsterdam Museum. Ze schreef ons: ‘Het heeft mijn leven veranderd, de kennismaking met mijn onbekende oudoom’.
#020today: herontdekking ad grimmon
Onderzoek naar ontwerper door achternicht
In deze blog leggen we enkele vragen voor aan Cilly Jansen over haar onderzoek naar Ad Grimmon. De eerste vraag is: waar komt die fascinatie vandaan voor dit verre familielid?
Het portret was van architect Ad Grimmon; Grimmon is de naam van mijn oma en architectuur is mijn vakgebied. Het Nederlands Architectuurinstituut en het Nederlands Ontwerparchief bleken naar informatie over hem op zoek te zijn ‘vanwege het belang voor de Nederlandse vormgeving’. Het is fantastisch wat er te vinden is in archieven. Hoe meer informatie, hoe meer verrassingen en inzichten; over Grimmon, over mijn familie, over sociale emancipatie in Nederland, over de ontwikkeling van onderwijs, ontwerp en innovatie - en over de rijke joods Amsterdamse cultuur die in de oorlog compleet is weggevaagd. Vanuit een persoonlijke invalshoek kijk je overal anders naar.
Kun je in grote lijnen iets vertellen over zijn loopbaan en hoogtepunten hierin?
Grimmon ontwikkelde zich vanuit de ambachtelijke traditie van de Amsterdamse School naar industrieel modernisme. Hij werkte bij beroemde architectenbureaus. Als 'architect-intérieur' van de gemeente Amsterdam richtte hij veel publieke gebouwen in, bijvoorbeeld de monumentale Trouwkamer van het stadhuis en oud Schiphol. Hij ontwierp tentoonstellingen voor het Stedelijk Museum, maakte meubilair voor Pastoe, richtte winkels in voor Hirsch en Metz. En hij ontwikkelde een systematiek voor kleurennormalisatie, in samenspraak met de Rus Wilhelm Ostwald, Nobelprijswinnaar voor chemie.
De hoofdtitel van jouw artikel in Amstelodamum luidt: ‘De herontdekking van Ad Grimmon’. Hoe komt het volgens jou dat Grimmon en zijn werk zo in de vergetelheid zijn geraakt?
De functie van veel gebouwen is in de afgelopen decennia veranderd; daarmee zijn de meeste interieurs verdwenen. Vanuit de familie hield niemand een archief bij, zijn jongste zoon was direct na de oorlog naar de Verenigde Staten geëmigreerd, er zijn geen nazaten in Nederland. Ik heb inmiddels een website over Grimmon gemaakt: www.adgrimmon.nl.
Het portret van Grimmon uit 1932 is voorzien van een intrigerende signatuur, die je hebt weten te ontrafelen? Hoe luidt de ontknoping?
Uit het anagram ‘Lafadons Gaarlem’ is van alles te halen, maar dat zei me niets. Pas na reconstructie van het levensverhaal kwam ik op ‘A.Alfons’ (Adriaaan Alphonsus Grimmon) en ‘G. de la Mar’. Dat moet de maker van het portret zijn geweest, meubelmaker Geer de la Mar uit Haarlem. Die kon goed tekenen. Grimmon ontwierp voor zijn nicht Fien de la Mar het interieur van het DeLaMar Theater.
526 keer bekeken