Deze week verschijnt in de reeks collectieboekjes van het Amsterdam Museum Vergeet mij niet. Cartes de visite. Dit boekje gaat over een klein type portretfoto, de zogeheten carte de visite, grofweg daterend uit de periode 1860-1880. Het is een bescheiden collectieonderdeel van nog geen driehonderd fotootjes, waarvan het merendeel in twee albums wordt bewaard.
#020today: Vergeet mij niet
Nieuw collectieboekje over Cartes de visite
De albums zijn afkomstig uit het legaat Willet-Holthuysen (1895) en worden in het museum ‘het kleine en het grote fotoalbum van mevrouw Willet’ genoemd. Zeker is dat het kleine album, qua formaat en uitvoering een echt damesalbum, persoonlijk bezit van Louisa Willet-Holthuysen is geweest. Het grote heeft waarschijnlijk toebehoord aan haar echtgenoot, de Amsterdamse kunstverzamelaar Abraham Willet.
‘Ik haat alle stijfheid en etiquette, maar ook bemin ik geen familiariteit’, zo omschreef Louisa Holthuysen (1824-1895) haar eigen karakter tijdens een verblijf in Brussel in 1858. Enigszins gereserveerd kijkt ze in de lens van de fotograaf. Louisa was enig kind van Pieter Gerard Holthuysen (1785-1858), schatrijk koopman in Engelse steenkool, en Sandrina Lepeltak (1793-1856). In 1861 trouwde ze met de Amsterdamse kunstverzamelaar Abraham Willet (1825-1888). De foto dateert uit de eerste jaren van haar huwelijk getuige de eigenhandige aantekening age environ 40 ans en de jaartallen 1863 en 1864 op de achterkant. Blijkbaar wist ze toen zelf al niet meer wanneer de poseersessie was.
De op kartonnetjes geplakte foto’s beelden bekende en minder bekende personen uit binnen- en buitenland af. Het medium fotografie was nog jong en nieuwe ontwikkelingen brachten een fotografisch portret binnen bereik van een steeds grotere groep mensen, al was dat nog lang niet iedereen. Met name het verzamelen van plaatjes van beroemdheden groeide in de jaren zestig van de negentiende eeuw uit tot een internationale rage, vergelijkbaar met die van popsterren en voetballers nu. Ook toen al werden ze in reeksen in winkels aangeboden, wat een prikkel was om ze allemaal te verzamelen. Met dit verschil dat de toenmalige verzamelaars geen kinderen waren maar volwassenen.
Vorstenhuizen en hoogwaardigheidsbekleders zetten het nieuwe fotografische medium in als propagandamiddel om een moreel voorbeeld te stellen voor de burgerij. Kunstenaars, vooral schrijvers en schilders, hoopten op vergroting van hun naamsbekendheid en verbetering van hun marktpositie. Een particulier kon voortaan elke dag een afbeelding van zijn geliefde bij zich dragen, zelfs al was hij als soldaat onderweg naar het front. En de ondernemende fotograaf voor wiens camera al deze personen poseerden hoopte op financieel succes, wat echter lang niet altijd het geval was.
Foto’s werden los in speciale albums geschoven, nooit ingeplakt. Dat gebeurde rug aan rug. Bij het kleine album geeft dat per pagina twee foto’s te zien, bij het grote zijn dat er vier. De indeling van een album met cartes de visite lag min of meer vast. Eerst kwamen de foto’s van personen in de privésfeer, gevolgd door afbeeldingen van royalty, politici, kunstenaars en andere beroemdheden. Bleef over een curieus allegaartje met karikaturen, circusartiesten, dieren en bloemen. Foto’s van jezelf, ter uitdeling, bewaarde men in een kartonnen hoesje of etui.
In het boekje wordt een representatieve selectie foto’s nader toegelicht. De ene keer wordt nader ingegaan op de afgebeelde persoon of voorstelling, de andere keer op een fotograaf of een bepaald procedé.
Het boekje is verkrijgbaar in de museumwinkel, maar ook in de webwinkel collectieboekjes.amsterdammuseum.nl.
Je vindt de carte de visite van Louisa Willet-Holthuysen hier in de collectie online.
566 keer bekeken