In het Burgerweeshuis waren drie afzonderlijke afdelingen. Nadat de weesjes op baby- en peuterleeftijd werden ondergebracht bij gastgezinnen, woonden ze van 4 tot 12 jaar in het Kinderweeshuis, waar ze naar de interne weeshuisschool gingen.
De oudere jongens schoven vervolgens door naar het Jongensweeshuis. Hiervandaan gingen ze een opleiding volgen bij een baas in de stad. De oudere meisjes woonden in het Meisjesweeshuis, waar de nadruk lag op volgen van lessen die nuttig waren in het huishouden.
Bekijk het schilderij van de binnenplaats van het Burgerweeshuis in de Collectie Online van het Amsterdam Museum.