De Raad van Kinderbescherming
Toen ik acht was ging ik naar het Burgerweeshuis en toen ik negen was overleed mijn moeder. De broer van mijn moeder in Alkmaar had een zoon verloren bij een ongeluk. Dus die wou mij en mijn zusje graag in huis hebben. Hij is naar de Raad van Kinderbescherming gegaan en die hebben het verzoek afgewezen. Daar ben ik vandaag de dag nog kwaad over. Die Raad heeft mij dus in diepe ellende gestort, zo kan je het wel stellen.
Familie
Je mocht één keer in de paar weken naar familie. Wij gingen dan naar mijn tante in de Van Baerlestraat. Als we terugkwamen moest mijn zus altijd huilen, want die wilde helemaal niet naar het burgerweeshuis toe. Die voelde zich niet op haar plaats en was bang. Ik werd altijd uit mijn bed gehaald zondag ‘s avonds om haar te troosten. Dat was voor mij ook een gigantische emotionele belasting.
Een pak slaag
Ik zat op de Elandsgracht op school, daar moesten we elke dag naartoe lopen. In juni, net voor de vakantie, zag ik onderweg een baggermolen in de gracht. Ik was geïnteresseerd dus ik keek vanaf de kant. De school had inmiddels het tehuis gebeld: waar blijft Aucke? Dus ik na school meteen weer naar huis. Kwam ik thuis, zei de groepsleider wat heb je gedaan? Ik heb het gewoon uitgelegd, ik had niks te verbergen. Maar de groepsleider wist daar wel raad op: ik moest mijn broek uit doen en hij sloeg op me billen met een stuk hout. Dat heeft hij tien keer gedaan, kneiterhard. Daar heeft ie gewoon van genoten die man.
Opnieuw bij de Raad
Ik was 14 en toen hoorde die tante in de Van Baerlestraat dat ze voor mij een pleeggezin zochten, toen is zij gelijk naar mijn oom gegaan. Ze zijn weer naar de Raad van Kinderbescherming gegaan. Toen hebben ze toch besloten dat ik alsnog naar mijn oom in Alkmaar kon. Alsnog, na vijf à zes jaar. De Raad van Kinderbescherming heeft mijn leven gewoon stuk gemaakt. Dat kan je wel stellen. Want in het Burgerweeshuis is helemaal geen plaats voor emotie. Mijn innerlijke gevoel voor emotie is helemaal stuk gemaakt en ontnomen. Ik weet niet hoe de anderen dit ervaren hebben maar ik had zelf veel verdriet. Je verstopt het. Bij mijn oom in Alkmaar heb ik heel wat afgehuild, toen kwam het eruit. Ik weet niet wat het is. Wat hier gebeurd is blijft iedereen bij totdat je dood bent.