Het was een bijzondere dag, afgelopen donderdag in het Amsterdam Museum: een veertigtal personen, die hier in de periode 1940 tot 1960 als kind woonden of er werkten als leidster in wat toen nog het Burgerweeshuis was, waren uitgenodigd voor een speciale bijeenkomst. Er werd een themawebsite gelanceerd over het Burgerweeshuis met onder meer persoonlijke herinneringen. En er werd een tentoonstelling geopend in de wezenkastjes op de binnenplaats: Waar wezen vroeger speelden. In deze blog gaan we terug naar het weeshuis ruim een eeuw geleden: we bekijken enkele foto’s uit een unieke fotodocumentaire van het weeshuis uit 1904.
#020today: weeshuis-herinneringen
Themawebsite, wezenkastjes, fotodocumentaire
In 1969 kreeg het Amsterdam Museum een niet-alledaagse schenking: een prachtig album met het opschrift ‘Burger Weeshuis 1904’. Het werd geschonken door ene Dirk Heyn; het album had toebehoord aan zijn vader Pieter Heyn (1856-1929), die het als medewerker van dit weeshuis als geschenk had gekregen. In het album bevindt zich een serie van 27 foto’s die fotograaf August Stap in 1904 maakte van het Burgerweeshuis. Enkele van deze foto’s zijn bekend omdat ze later als ingekleurde ansichtkaart in grote oplage in de handel zijn gebracht. Als je de serie bekijkt dan krijg je een indruk van het leven in het weeshuis van destijds, met inbegrip van diverse opmerkelijke vernieuwingen die toen in het weeshuis waren doorgevoerd.
Drijvende kracht achter de vernieuwingen was de hoofdonderwijzer van de weeshuisschool: Jan Stam (1849-1917). Stam werkte er veertig jaar; van 1877 tot aan zijn dood in 1917. Hij zou de laatste onderwijzer zijn van de interne weeshuisschool. Na eeuwen verloor deze school zijn bestaansrecht vanwege het sterk teruglopende aantal kinderen; deze gingen voortaan naar lagere scholen in de buurt. In het boek In het weeshuis duidt auteur Lodewijk Wagenaar deze onderwijzer aan als de ‘Theo Thijssen’ van het Burgerweeshuis, “al is deze man wat minder bekend geworden”.
“De fotoserie uit 1904 geeft een treffend beeld van het leven achter de poort in een periode waarin ‘meester Stam’ zijn moderne ideeën over onderwijs en opvoeding in de praktijk heeft weten te brengen. Op unieke wijze heeft hij zijn stempel weten te drukken op het alledaagse leven in het weeshuis. De vernieuwingen moeten in vele opzichten voor de kinderen een verademing zijn geweest.”
Enkele vernieuwingen zijn ook terug te vinden op foto’s uit de serie. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het gymnastiekonderwijs, dat al sinds 1864 werd gegeven en waarmee het weeshuis in zijn tijd ver vooruit liep. Rond 1900 kwam er een nieuw gymlokaal, met ringen en een brug, waar zowel de jongens en de meisjes drie maal per week een uur gym hadden. De kinderen droegen degelijke gympakken die waren gemaakt door de kleermaker van het weeshuis.
Een grote vernieuwing die Jan Stam al in 1893 had weten te bewerkstelligen, was de introductie van het Zweedse onderwijs in handenarbeid: slöjd genaamd. Op vier dagen in de week konden de jongens naar de sjlödschool. “De grote jongens werkten met hout en oefenden zich dus in het gebruik van diverse gereedschappen; voor de kleintjes was dat nog te gevaarlijk, die werkten met papier, klei en karton. Jan Stam kon tevreden zijn, en dat was hij ook. In het schoolverslag van 1894 schreef hij dat alle jongens met ‘groote opgewektheid en ijver’ het sjlöd-onderwijs volgden.” De weeshuisschool was een van de weinige scholen in Nederland waar deze vorm van handenarbeid werd gegeven.
Stam was ook landelijk actief bij het onderwijs in handvaardigheid. Hij was een bevlogen voorzitter van de Vereeniging tot bevordering van het Onderwijs in handenarbeid, die in handvaardigheid de sleutel zag tot een goede vorming van elk kind, ongeacht achtergrond, aanleg of verstandelijk vermogen.
Ook bij het breionderwijs aan meisjes zette Stam zich in voor ingrijpende wijzigingen. Hij was voor een drastische vermindering van de breitaak; Stam vond deze veel te machinaal van aard en uit opvoedkundig oogpunt schadelijk. In 1907 werd ‘nuttige handwerken’ als nieuw vak met gevarieerde technieken opgenomen in het leerplan de school.
Hier geven we een overzicht van de vakken die te vinden waren op het lesrooster van de weeshuisschool in 1907:
lezen | alle klassen |
schrijven | klassen 1-6 |
rekenen | alle klassen |
taal | alle klassen |
vaderlandse geschiedenis | klassen 5-7 |
aardrijkskunde | klassen 3-7 |
kennis der natuur | klassen 3-7 |
zingen | alle klassen |
handtekenen | alle klassen |
gymnastiek | alle klassen |
nuttige handwerken (meisjes) | alle klassen |
Franse taal | klassen 5-7 |
handenarbeid (jongens) | alle klassen |
kennis der omgeving | klassen 1-2 |
Op de foto van korfbal op de binnenplaats geeft meester Stam zelf instructie over hoe spel moet worden gespeeld. Zijn voorstel voor het invoeren van korfballen onder het speelkwartier van de grote kinderen, was in 1903 door de regenten gehonoreerd. Revolutionair voor die tijd was dat het om een sport ging die door jongens en meisjes samen kon worden gespeeld.
De bovenstaande citaten en gegevens zijn grotendeels ontleend aan het boek van Lodewijk Wagenaar: In het weeshuis. De zorg voor de Burgerwezen van Amsterdam 1580-1960 (Bussum, 2009). Het boek is ook te koop in de museumshop van het Amsterdam Museum.
Kijk hier voor meer informatie over het fotoalbum uit 1904 in de collectie online.
976 keer bekeken