#020today: Een luizenkam cadeau
Het is vandaag negen jaar geleden dat het Amsterdam Museum als schenking een luizenkam verwierf, een voorwerp dat tot dusver ontbrak in de museumcollectie. In 2005 maakte de luizenkam deel uit van de tentoonstelling ‘Stadse beesten’. In het zeer lezenswaardige gelijknamige boek schrijft stadsbioloog Remco Daalder: ‘De mens is kaal. Die blote huid biedt geen dekking, maar je kunt er wel lekker je tanden in zetten. Onder de vlooien en luizen brak waarschijnlijk bloeddorstig gejuich uit toen de mens kleding uitvond. Een namaakvacht! Daar kun je prima tussen gaan zitten, vooral omdat onze voorouders niet bepaald de neiging hadden om elke week hun kleding te wassen. De middeleeuwse mens stonk niet alleen, hij was ook een lopende dierentuin. In zijn vele lagen kleren hielden zich enkele vaste mensenbegeleiders op: de mensenvlo, de kleerluis en ook vaak de bedwants. In zijn ongewassen haardos vond de hoofdluis dan weer een prima leefomgeving. Al die beestjes staken en beten er lustig op los en brachten nog ziekten over ook. Een beet van de kleerluis kon je op vlektyfus komen te staan, de mensenvlo speelde een rol bij de snelle verspreiding van de pest. Geen leuke entourage. Maar we hadden ze door. Vanaf de achttiende eeuw kregen we steeds meer aandacht voor persoonlijke hygiëne. We gingen de mensenvlo, de hoofdluis en de kleerluis te lijf met zeep en grondige wasbeurten. Ze wankelden. De genadeklap kwam pas in de twintigste eeuw, toen ook in stedenbouw de hygiëne een belangrijke factor werd.’ (…) ‘Nu worden kleerluis en mensenvlo in onze streken nog maar een heel enkele keer aangetroffen, meestal in de vele kledinglagen van een doorgewinterde dakloze, die dus eigenlijk in zijn geheel onder de Natuurbeschermingswet zou moeten vallen.’
Kijk hier voor meer informatie over dit object