Bij het Amsterdam Museum zijn we fan van Kamp Seedorf. Toen we vorig jaar een voetbal tentoonstelling maakten wisten we al gauw wie we daar zeker bij wilden betrekken en uiteindelijk ontwierpen ze onder andere onze poster, een biddende Diego Maradona. We hebben zelfs werk van Kamp Seedorf opgenomen in onze collectie.

Clarence Seedorf door Kamp Seedorf

Clarence Seedorf door Kamp Seedorf

Maar de heren van Kampie zijn gelukkig ook nog buiten het museum actief. Zo kon je dit weekend in de Wibautstraat deze 15-jarige Clarence Seedorf bewonderen; een meer dan terecht eerbetoon aan een van de beste Nederlandse voetballers van de afgelopen 25 jaar. Kon u bewonderen ja, dat leest u goed, want vandaag was Clarence al weer verdwenen.

Verdwenen Kamp Seedorf

Verdwenen Kamp Seedorf

 

Zoals altijd waren er de verheugde reacties op de sociale media na het verschijnen van een nieuwe creatie van het straatkunstcollectief, zoals bijvoorbeeld van voetbaljournaliste Diana Kuip die er speciaal even heen fietste voor een selfie:

Diana Kuip poseert bij Kamp Seedorf

Diana Kuip poseert bij Kamp Seedorf

 

En, ook al een traditie: de teleurgestelde reacties als de Kamp Seedorf snel verwijderd wordt. Yordi Yamali verwoordde het al eens mooi op zijn blog naar aanleiding van eerdere verwijderingen van werk van Kamp Seedorf: “Het moet toch verdomme niet zo zijn dat als de mannen wat online gooien ik binnen een minuut op de scooter moet zitten om het nog in het echt te kunnen zien.”

Straatkunst is nooit voor eeuwig, zeker niet in het geval van plakkunst zoals Kamp Seedorf maakt. Weer en wind hebben nu eenmaal ook hun invloed en op een gegeven moment was Clarence toch wel verdwenen. Maar is het nu echt nodig om straatkunst op de eerstvolgende werkdag weer te verwijderen? Wie bepaalt dat eigenlijk, wat kunst en wat vandalisme is? En van wie is de openbare ruimte nu eigenlijk?

Het zijn vragen die we hier extra interessant vinden, omdat wij nu een tentoonstelling over straatkunst hebben:Graffiti: New York meets the Dam, over de graffiti scene van de jaren ’70 en ’80. Is het niet gek dat we aan de ene kant straatkunst de musea inhalen (waaronder dus ook Kamp Seedorf), dat werk van straatkunstenaars als Keith Haring en Banksy op de kunstmarkt miljoenen opbrengt en dat, zodra iets minder beroemde kunstenaars in de openbare ruimte werken, ze het risico lopen dat hun werk binnen enkele dagen weer verdwenen is? Natuurlijk de grijze gebieden tussen kunst en vandalisme en tussen mooi en lelijk zijn enorm en het onderscheid is bijzonder subjectief, maar rechtvaardigt dat een zerotolerancebeleid?

Het zijn ook moeilijke vragen, zonder eenduidig antwoord, maar wat is het jammer dat Clarence nu al weer weg is.