Christiaan Pieter van Eeghen stierf in 1889, bijna anderhalve eeuw geleden. Wat zou ik graag iemand spreken die hem nog heeft gekend! Helaas staat de medische stand dat nog even niet toe. Maar, zijn achterkleindochter is er nog wel en dat mag een wonder heten. Truus Langelaan-Van Eeghen is in december 107 geworden. Ze hoort en ziet niet meer zo goed en moet soms zoeken naar een woord, maar haar langetermijngeheugen is nog ijzersterk. En ze woont nog zelfstandig (kijk maar naar dit youtube-filmpje).

De dochters van C.P. van Eeghen

De dochters van C.P. van Eeghen

De tantes

Op 7 januari mocht ik bij haar op bezoek komen voor een interview. Het gesprek ging vooral over de kinderen van C.P. van Eeghen, van wie ze er nog drie persoonlijk heeft gekend: Marie (1856-1933), Cateau (1860-1943) en Jan Herman (1849-1918). ‘De tantes’ werden ze genoemd, de twee nooit getrouwde zusters Marie en Cateau. Ze woonden een groot deel van het jaar in Oosterbeek in het familiehuis, de ‘Pietersberg’. Mevrouw Langelaan (toen nog Van Eeghen) kwam er regelmatig op bezoek. Vlakbij de Pietersberg woonde ’s zomers ook oom Jan.

De tantes waren doopsgezind, net als hun ouders. Het geloof speelde een belangrijke rol in het dagelijks leven. Elke ochtend werd er samen gebeden. Tante Marie, de oudste zuster, ging dan voor in het gebed. Mevrouw Langelaan herinnert zich:  ‘Als er veel mensen logeerden waren er niet genoeg stoelen in de eetkamer en dan kwam het personeel met een keukenstoel onder de arm. Die gingen bij de deur zitten, met hun keukenstoelen. Zulke dingen waren wel bijzonder.’

Huize Pietersberg, Oosterbeek

Huize Pietersberg, Oosterbeek

Na het gebed kwam het ontbijt en daarna gingen Marie en Cateau aan het werk. ‘De tantes zaten al om negen uur in de huiskamer in de Pietersberg. Dan kwamen er allemaal kasboeken en correspondentie, al die goede werken waar ze aan deden, denk ik.’ Die gewoonte hadden ze vast van hun vader overgenomen. Vervolgens kwam de tuinbaas op bezoek.  ‘Hij zette zijn klompen buiten en dan kwam hij binnen. Hij legde zijn goed op het stoeltje naast de deur en dan liep hij die lange gang door. En dan “Goedemorgen dames”. “Goedemorgen baas”. Vertel eens wat u voor nieuwe verse groente heeft.’

Zo ging het leven op de Pietersberg, volgens vaste patronen. Er kwam veel familie over de vloer, maar weinig anderen. Op mijn vraag waarom de tantes nooit getrouwd zijn, antwoordde mevrouw Langelaan dat het voor een meisje Van Eeghen nog niet zo makkelijk was om een geschikte man tegen te komen in die tijd. ‘Ze gingen niet naar bals of zo, dus ze hadden niet zoveel gelegenheid. En ik denk dat de mensen ook wel een beetje tegen hun opkeken. Ik weet het niet, het is nooit gebeurd...