Naar de handschoenwasserij

Toch bestonden er vroeger speciale handschoenwasserijen waar je leren handschoenen kon laten reinigen. Zoals de handschoenenwasserij van meneer en mevrouw van Gastel–Van der Put in Dordrecht. Naast hun luxeschoen- en laarzenwinkel, hadden zij een handschoenenwasserij gespecialiseerd in het reinigen van glacéhandschoenen. Deze werd in 1867 opgericht en pas in 1930 opgeheven toen ze een schoenenwinkel in de Van der Wouwstraat in Amsterdam openden. Tot hun trouwdag hielpen twee dochters, Marie en Joh. van Gastel, mee met het schoonmaken van de glacéhandschoenen. Ze gebruikten hiervoor een ivoren tang, waarmee vinger voor vinger gespannen werd en gereinigd met watten met wasbenzine. Deze tang werd ook gebruikt om de nauwe glacéhandschoenvingers op te rekken. Handschoenpoeder ofwel talkpoeder werd in de handschoen gestrooid om het aantrekken te vergemakkelijken. De schoongemaakte handschoenen werden vervolgens verpakt in groen pakpapier en opgehaald door een dienstbode van de desbetreffende eigenaar/eigenaresse.

Glaceetjes

Een glacéhandschoen is een handschoen van glanzig leder. Volgens Het Boek der Uitvindingen, Ambachten en Fabrieken (1869) werd deze glans niet veroorzaakt door een afzonderlijke bewerking, maar door de kwaliteit van het leer en het beter of minder goed looien. Men gebruikte de huiden van lammeren en jonge geiten, die na het looien werden behandeld met aluin of een ander aluminiumzout, met eigeel en meel. Hierdoor ontstond een zachte en soepele leersoort met rekbaarheid in alle richtingen, geschikt voor dames- en glacéhandschoenen. In de taal van het dagelijks leven hoorde men vaak, bij verkorting, glacé's, en ook wel het verkleinwoord glaceetjes.

Handschoenspanners

Een handschoenspanner kan van verschillende materialen gemaakt zijn, waaronder hout, been of ivoor. Hij bestaat uit twee delen die, net als bij een schaar, aan elkaar scharnieren. Een ander hulpmiddel was het handschoenen knopenhaakje, dat werd gebruikt om handschoenen mee dicht te knopen. Het heeft aan de ene kant een haakje en aan de andere kant een handvat. Met het knoophaakje kon een knoopje door de lus worden getrokken. Een paar handschoenen werd, soms samen met een handschoenspanner, opgeborgen in een speciale handschoenendoos.

Literatuur:

http://cms.dordrecht.nl/dordt?nav=xrjgqHsHaKnPiCbClBJLA

http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M023900&lemma=handschoen

Valerie Cumming, Gloves: The Costume Accessories Series, London, 1982.

Dit artikel is ook gepubliceerd op Modemuze.nl.