In de eerste helft van de 17de eeuw was het oude stadhuis bouwvallig geworden en veel te klein. In 1652 brandde het af, maar toen was al begonnen met de bouw van het nieuwe stadhuis, het tegenwoordige Paleis op de Dam. Jan Abrahamsz. Beerstraten geeft de toestand weer zoals die was tussen 1615 en 1640. Deze schilder heeft veel wintergezichten, zogenaamde 'wintertjes', op zijn naam staan.
Links op de voorgrond staat een groepje mannen te praten. Eén van hen is een oosterling, waarschijnlijk een Armeense koopman. Volgens de notariële akten waren er voor het eerst Armeense kooplieden in Amsterdam in 1627. Van de kleine Armeense kolonie die hier ontstond, is de Armeense kerk aan de Krom Boomssloot in de Nieuwmarktbuurt nog een tastbare herinnering. Mannen in oosterse kleding komen vaak voor op Amsterdamse stadsgezichten uit die tijd. Waarschijnlijk werd dit gedaan om hiermee het internationale karakter van de zich expansief ontwikkelende stad te onderstrepen.
Kijk hier voor meer informatie over dit object