Reguliersgracht
Er ligt in ’t midden van de groote stad
Een stille gracht met boomen aan weerszijden.
Het leven gaat daar-buiten veel te rad:
Hier rust het uit en sluimert tusschenbeide.
Een wandelaar die dwalen komt hierheen
En om zich nóg het straatgeluid hoort suizen
Blijft in verwondering staan: hij is alleen:
Het water spiegelt boomen slechts en huizen…
Toen ik vanmiddag ging die gracht voorbij
Zag ik er drijven d’afgewaaide blaadren
-D’eerste dit jaar- het was zoo stil om mij
Dat ik meende: de herfst te hooren naadren…
Op de afgebeelde prent van Sal Meijer (1878-1965) is op de verstilde Reguliersgracht het seizoen verder voort gekropen richting winter. De wisseling der seizoenen, de stroom der dingen. Tja: het begrip ‘Stroom’ (letterlijk óf figuurlijk); dat is het (overigens niet-verplichte) thema van Gedichtendag 2012.
Kijk hier voor meer informatie over dit object