Maart was de eerste maand in de Romeinse kalender, die maar tien maanden per jaar kende. December, de tiende maand, werd namelijk gevolgd door een naamloze winterperiode.
De maand Maart ontleent zijn naam aan de Romeinse god Mars, oorspronkelijk de god van de lente, die de winter bestrijdt; vandaar dat hij van oudsher vooral ook als de god van de oorlog beschouwd wordt. Voor de uitbeelding van de maand Maart in deze prent heeft Casper Luyken echter duidelijk voor de verdrijving van de winter als onderwerp gekozen. Het ijs is weg, waardoor er weer volop vis gevangen kan worden. De Ram, het sterrenbeeld dat in de rechterbovenhoek staat, heeft namelijk ‘het versperde water weer geopend’, zoals de eerste regel van het eronder staande gedicht luidt.
Dit sterrenbeeld heeft trouwens niks met de oorlogsgod Mars te maken, hoewel dat misschien wel goed bij hem zou passen, als men denkt aan woorden als ‘stormram’ en ‘rammen’. Het sterrenbeeld Ram is ontleend aan het verhaal over het Gulden Vlies uit de Griekse mythologie. Na aan Zeus te zijn geofferd, wordt de Ram, een van de hoofdfiguren uit dit verhaal, door Zeus als sterrenbeeld aan de hemel geplaatst. Aan de god Mars zijn andere dieren gewijd: de wolf, het paard en de specht.
Kijk hier voor meer informatie