Thuis hielden wij altijd stil op 4 mei. Samen herdachten wij alle gevallenen, alle slachtoffers, al het geweld dat oorlog met zich meebrengt. De gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog ken ik van basisschoollessen, middelbare schoolklassen en hoorcolleges. Desondanks was het dit jaar dat ik voor het eerst leerde waarom Amsterdam zijn devies 'Heldhaftig, Vastberaden en Barmhartig' heeft gekregen. Mijn hele leven fiets ik al langs de Dokwerker, maar ik had nooit eerder stil gehouden op 25 februari. Gistermiddag fietste ik niet langs de Dokwerker, maar fietste ik ernaartoe.
Langs verse bloemen voor het Joods Verzetsmonument en de nu nutteloze bielzen van tram 8 fietste ik richting de herdenking. Bij het stoplicht voegde ik me bij de stroom mensen, die duidelijk dezelfde bestemming hadden. Rondom het monument had zich al een grote groep mensen verzameld in grauwe winterjassen, veel met kleurige boeketten tegen zich aangedrukt. Na de opening van de herdenking door Joke Koningh hield Jan van Zanen, burgemeester van Amstelveen, een toespraak die mij bijbleef. Als geschiedenisstudent is mij altijd op het hart gedrukt dat de geschiedenis geen les herbergt voor het heden. Herdenken deed ik altijd vooral om de doden respect te tonen. Jan van Zanen sprak over een ander belang van herdenken: waakzaam blijven. Zodat de waarden van de Februaristaking niet verloren gaan. In de koude februarilucht voelden de gedichten, die Noraly Beyer vervolgens voordroeg, extra aangrijpend. Om vijf uur precies begon het zachtjes te regenen. Onder het geluid van de klokken van de Zuiderkerk bewogen langzaam de eerste groepjes mensen naar voren om hun bloemkrans neer te leggen. Burgemeester van der Laan, groepjes oudere mensen, een meisje in een kleurige joggingbroek, heel Amsterdam leek vertegenwoordigd in het defilé rond de Dokwerker. Langzaam maakte ik me los uit de menigte en fietste terug naar huis en ik vroeg me af wat opkomen voor je medemens tegenwoordig betekent voor Amsterdammers.