Eén keer heeft ze gewerkt op 1 juli. "Dat voelde helemaal niet goed. Ik wil hier zijn. Ik vind het heel belangrijk om te gedenken dat mijn voorouders als slaaf naar Suriname gebracht zijn. Het is mijn geschiedenis."
Vanochtend had ze de tien koto’s die ze in de loop van de jaren aanschafte allemaal klaar liggen op bed. Ze koos het groene exemplaar. "Omdat het de kleur van het jaar is. Het is een moderne koto, naar voorbeeld van de lendedoeken die de slaven vroeger moesten dragen." De emmer aan haar arm verwijst naar de vindingrijkheid van de vrouwen. "Ze hadden niks, ook geen tassen. Vrouwen gebruikten de emmer die ze dagelijks met water meesjouwden naar de velden om hun dorst te lessen tijdens het werken. Deze zag ik staan bij La Riviera voor 7 euro, ik dacht die moet ik hebben voor vandaag. En straks staat ie mooi op tafel met bloemen erin!"