Het parcours van de tentoonstelling voert chronologisch langs vier decennia hiphopgeschiedenis waarbij de vier elementen dans, graffiti, DJ-ing en rap aan de orde komen. BOZAR heeft gekozen voor een open (gratis) deel en een gesloten (betalend) deel. Voor het open deel is samengewerkt met Visit Brussels (zeg maar het IAMSTERDAM van Brussel) en MIXITY.brussels 2017 (het vieren van de diversiteit en kosmopolitisme). De YO-experience begint buiten, met een straat beschilderd met YOYOYOYO en een muur met werk van street artists. ‘Dat is meer urban’, vertelt Alberta Sessa, ‘een skate ramp hoort niet echt oorspronkelijk bij hiphop maar behoort nu wel aan de urban/street cultuur die vaak met graffiti en hip hop is verbonden’. De plek biedt een mooi contrast tussen de imposante gebouwen en de hipsterachtige bar (met Fritz-kola natuurlijk), meubels van pallets, en - heel geestig – ‘het grootste openluchtzwembad van Brussel’ in een container. Brussel heeft namelijk geen openluchtzwembad. Urban space voor BOZAR, foto Annemarie de Wildt
Graffiti wall in YO. foto Annemarie de Wildt
Tegencultuur in een kunsttempel
De tentoonstelling is samengesteld door twee gastcuratoren: kunsthistoricus/theoreticus Adrien Grimmeau van de Université Libre de Bruxelles (ULB), die eerder een boek schreef over graffiti in de Belgische hoofdstad en Benoît Quittelier, geograaf aan de ULB en zelf danser. In hun begintekst stellen ze dat stedelijke tegencultuur in een tempel voor schone kunsten vragen kan oproepen, maar dat de tentoonstelling meer focust op wat hiphop ons vertelt over engagement, de kunst en de stad. Ze zien sampling, confrontatie en grensoverschrijding als constanten in de 35 jaar. In het statige kunstpaleis van BOZAR wordt hiphop gebracht als kunst van de straat met (het streven naar) de flow als verbinding tussen de vier disciplines van hiphop: de fluïditeit van bewegingen in dans, de perfecte lijn van een clandestiene letter. De flow is ook wat kunstenaar en publiek verbindt: het verlangen mee te bewegen op ritme of stem.
De makers hebben de Brusselse hiphopgeschiedenis verdeelt in vier episodes. Peace, Love and Having Fun was het motto van de beginjaren. Geïnspireerd door New York veroveren begin jaren tachtig jonge breakdancers symbolische plekken in de stad, zoals de Ravesteingalerij tegenover het Paleis voor Schone Kunsten. Dat gedoogde de breakdancers, maar tijdens het prestigieuze Koningin Elisabeth-concours werden ze toch verjaagd door de politie. Het boek YO opent met de verovering van hiphop van de openbare ruimte van de stad. Fragment uit optreden van Benny B. en gouden platen, foto Annemarie de Wildt
Fuckdapolice
De volgende episode heeft als titel FUCKDAPOLICE en er hangt een klein bordje bij: wij zijn ons ervan bewust dat bepaalde werken als beledigend ervaren kunnen worden, maar voor het volledige verhaal tonen we die toch. Het bleek mee te vallen, er hebben weinig mensen geprotesteerd. Jongeren vinden de beelden van clandestiene graffiti-schrijvers en de harde raps juist geweldig. Rap neemt in deze periode (jaren negentig) de plaats in van dans, graffiti crews gaan de confrontatie aan met het establishment. Video met graffiti schrijvers in de straten van Brussel, foto Annemarie de Wildt
De zalen over deze periode zijn duister. ‘Scenograaf’ Emilie Lecouturier heeft samen met de graffici van Boldatwork een mooie verbeelding gevonden voor de illegaliteit van het tags schrijven: de foto’s op de muren zijn pas te zien als je er met je smartphone-lampje op schijnt. Ik vertel Alberta hoe wij iets dergelijks gedaan hebben in onze reconstructie van een Amsterdamse metrotunnel. In de volgende zaal klinkt harde hiphop uit de jaren 1995-2003 en op de wanden worden (Franse) fragmenten uit de teksten geprojecteerd, terwijl vitrines met posters, platen en kleding afwisselend oplichten in het donker.
So Fresh
In 2000 is er weer een keerpunt. ‘Zoals elke tegencultuur wordt hiphop mainstream’ meldt de zaaltekst. SO CLEAN FRESH heet deze zaal met gouden platen, T-shirts, merchandising en een ruimte met video-clips. Hiphop professionaliseert, wordt breder en de vier disciplines slaan aparte wegen in. THE NEXT EPISODE is de periode waarin kunstenaars zich bevrijden van hiphopcodes. Zichzelf overstijgen is immers ook hiphopcultuur. Dat betekent ook een overgang van een collectieve naar meer individuele praktijk en een verschuiving in thema’s: er wordt ook gerapt over persoonlijke problemen zoals familie, liefde en afkomst. In de witte galerij-achtige ruimte hangt naast kunstwerken van Blancbec en Somey de Papaoutai kleding van Stomae. De laatste zaal (met als titel STRONGER) is een kakofonie van bewegende beelden en geluid: de stortvloed van clips en breakdance battles van nu.
In een interview in het boek zeggen curatoren Quittelier en Grimmeau dat ze er rekening mee moesten houden dat jongeren van nu zo vertrouwd zijn met internet dat ze niet beseffen hoe moeilijk het in de jaren 80 en 90 was om aan informatie te komen.
Schoolklas in YO, foto Annemarie de Wildt
Trein met graffiti, Brussel Centraal
De tentoonstelling is nog te zien tot 17 september. Check de website