Vanmiddag hebben we Marion Smit en Lien Kruyswijk geïnterviewd over de buurtwinkels van vroeger in de Van der Pekstraat en andere straten in Amsterdam Noord. Wij vonden de verhalen wel leuk en één van de verhalen was ook erg grappig. We kunnen helaas niet alles opschrijven wat Marion en Lien hebben verteld, maar we geven een samenvatting met de leukste en grappigste verhalen. Zestig jaar geleden waren er heel veel kleine buurtwinkels in Amsterdam Noord. Zo waren er de kruidenierswinkel Doets, waar je gebroken Maria biscuitjes en andere koekbrokken in een puntzakje voor 5 cent kon kopen, een melkboer, een groentewinkel, de slager Klinkhamer, de paardenslager, de massamarkt, de schoenlapper (een schoenmaker), de kapper, de drogist, de bakker, de fietswinkel en een lingeriewinkel. Een fiets kostte in 1950 zo’n 100 gulden (dat is nu zo’n 40 euro), een brood kostte 40 cent en een kan melk kostte 20 cent.
De man van Lien werkte bij de kruidenier De Gruyter. Met een busje bezorgde hij de boodschappen bij de mensen. Lien en haar man berekenden de prijzen van de boodschappen en donderdag, vrijdag en zaterdag bezorgde hij de boodschappen. Aan het einde van de week moesten de mensen de boodschappen dan afrekenen.
Er waren niet alleen buurtwinkels, maar er kwamen ook koopmannen langs de deur. Zo had je een zuurkar, kolenkar, dierenvleeskar, de mosselman en de melkboer. Melkboer Bas verkocht naast melk ook eieren. Toen de melkboer aan Lien een doos eieren verkocht, zag Lien dat een ei verrot was. Zij was daar boos over en ze gooide het rotte ei naar hem toe. Deze miste hem op een haar na. De melkboer zei: ‘Het zal kort of lang duren, maar ik pak je terug!’ Een paar jaar later ging de melkboer Bas met pensioen en kwam gedag zeggen tegen Lien. Hij wilde haar een hand geven, maar Lien ging hem omhelzen. Toen gaf Lien de melkboer uiteindelijk toch een hand ter afscheid en toen zat er een ei in zijn hand die hij kapot drukte in Lien haar hand. Toen rende Lien achter hem aan over het plein op kousenvoeten en smeerde het kapotte ei in zijn haren. De buren dachten waarschijnlijk ‘wat is de buurvrouw met vijf koters aan het doen?’.