Amsterdam Oost
Mustafa’s koffiehuis in de Javastraat was voor vijf maanden het thuis van de buurtlocatie Oost. Deze mooie ruimte aan de drukke Javastraat kwam inclusief oranje kater, de vrolijke Mustafa, zijn soms schuchtere, soms aanwezige en vooral vriendelijke koffiehuis bezoekers en medewerkers, een zonnig terras, Turkse les en vele kopjes cay en koffie. Dat dit een bijzondere combinatie opleverde met de museummedewerkers – en bezoekers blijkt uit het logboek dat in deze locatie is bijgehouden.
De locatie was van dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 17 open. Het kon zijn dat je de winkel aantrof met uitgezet terras en openslaande deuren, maar het kon ook zijn dat je de sleutel aan de overkant moest ophalen in de bakkerij van Mustafa. Wanneer je dan binnenkwam kwam de kat je met gemauw en kopjes begroeten. De deuren konden open, het terras naar buiten en de dag kon beginnen.
De aanloopperiode naar de opening had ervoor gezorgd dat de vaste klanten van het koffiehuis erg nieuwsgierig waren geworden naar het museum en de medewerkers op locatie. Zo kwam je vaak in bijzondere gesprekken en hevige discussies terecht, over de Tweede Wereldoorlog, het verschil tussen autochtoon of allochtoon of over de (al dan niet verplichte) Turkse integratie. Het leuke was dat iedereen zich er even mee kwam bemoeien, van de glazenwasser tot de passerende buurvrouw.
In deze eerste maanden was het prachtig zomerweer. Een beproefd tijdverdrijf wanneer er geen bezoekers waren was dan ook het genieten van een kopje cay en het zonnetje op het terras. Omdat de meeste medewerkers en vrijwilligers in Amsterdam wonen kwam het vaak voor dat vrienden en familie even een kijkje kwamen nemen in het museum en gelijk ook even plaatsnamen op het terras. Dit betekende nieuwe klandizie voor Mustafa: ‘hollandse studentes op het terras’, ook voor de voornamelijk mannelijke klanten van het koffiehuis een welkome aanvulling.
Na verloop van tijd herkenden de vaste klanten de verschillende medewerkers wel. En wij hen. Er was bijvoorbeeld ‘de meneer met het gouden keeltje’, deze vrolijke Turkse zanger was medewerker van het koffiehuis en zorgde voor een constante levering van thee en koffie. Hij kende weinig Nederlands, en de meeste museummedewerkers weinig Turks. Google translate is dan ook een van de meest bezochte websites geweest in Oost.
Voor sommige medewerkers was het extra speciaal om in de locaties te staan. Voor Inge Jolijn Schoone bijvoorbeeld, die haar roots in de Javastraat heeft. Haar dag in de buurtlocatie was een trip down memory lane: “De Javastraat is waar ik mijn halve jeugd in weekenden en vakanties heb door gebracht. Mustafa’s koffiehuis blijkt tegenover de vishandel waar ik heel wat jaren met mijn opa en of oma kwam te zitten. Tussen de middag maar een visje halen!” Haar herinneringen zijn hier te lezen.
Dat het project al lang in ontwikkeling is blijkt ook wel uit de bezoekers die even kwamen kijken omdat ze in een eerdere fase bij het project betrokken zijn geweest. Zo ook een meneer die in de Javastraat langs kwam: “Meneer van de gemeente is langs geweest en wilde ons complimenteren met het project en deze buurtlocatie in Oost. Hij bleek jaren terug, toen de plannen voor dit project het levenslicht zagen, betrokken te zijn geweest vanuit de gemeente.”
Vaak zagen mensen het verzoek om buurtwinkelverhalen met het museum te delen als een aanmoediging om allerlei levensverhalen te vertellen aan de medewerkers die achter de toonbank stonden. Zoals een van onze medewerkers het verwoordde: “Ik heb naar alle waarschijnlijk een denkbeeldige memo- plakker op mijn hoofd met het opschrift ‘Vertel me uw levensverhaal, ik luister’ ” Deze bezoekers zijn bleken vaak de gezelligste, zo hebben we in beide locaties een aantal vaste klanten gehad die bijna dagelijks even langskwamen voor een kletspraatje en een bakje koffie.
Zoals op deze website te zien is werden er op de locatie veel activiteiten georganiseerd. Een aantal van deze kwamen meerdere malen terug zoals de Maatschappelijke Stage. Hierbij kwamen middelbare scholieren en medewerkers van de ABN AMRO samen naar de locatie om de ouderen te interviewen over de buurtwinkels van vroeger. Dit waren voor de medewerkers leuke dagen. Er was veel leven in de brouwerij, de bezoekers hadden wat te zien en er werd een heerlijke lunch verzorgd. Ook zijn er een aantal proeverijen en verhalenwandelingen georganiseerd in Oost. De mensen die op deze evenementen afkwamen werden vaak zo geprikkeld dat ze vaker terugkwamen. Mustafa was een enthousiaste gastheer, die door zijn leuke manier van vertellen regelmatig werd ingeschakeld bij ontvangsten en borrels.
De buurtlocatie creëerde ook voor het museum interessante ontmoetingen. Een man die een museum wil beginnen over de Turkse gemeenschap in Nederland is een aantal keer langs geweest. Het Amsterdam Museum is bezig met een tentoonstelling over 400 jaar handelsbetrekkingen tussen Amsterdam en Istanbul. Hij kwam ook toen de conservator die deze tentoonstelling samenstelt in de locatie stond: “Hij geeft allerlei tips voor de tentoonstelling Amsterdam- Istanbul, geweldig. Een jonge Turk begint mee te praten en vertelt dat zijn opa, nu op vakantie in Turkije, de eerste Turk in Amsterdam Noord was, in 1963. Exact wat ik nodig had!”
Zo blijkt maar weer dat het museum net zo goed kan leren van de bezoekers als andersom: “Een groepje jonge Turken en één Marokkaan vlucht naar binnen voor de regen en gaat zowaar de bordjes bij de foto’s lezen. We raken in gesprek. Ze zijn erg geïnteresseerd, al denken ze aanvankelijk dat de spullen in de houten kast te koop zijn. Eén licht aangeschoten jongen wil er met de grijze hoed vandoor. Een ander geeft me uitleg over goede en slechte waterpijpen. De waterpijp die bij ons staat is niet goed: te klein, te goedkoop. Hij is scherp: hij merkt op dat op een tekstbordje staat dat mevr. Bulut al in 1952 in een melkwinkel was, terwijl ze pas in 1953 aankwamen.”
De koffiehuisbezoekers zorgden ervoor dat de, vaak jonge vrouwelijke, medewerkers van het museum aan aandacht nooit te kort kwamen. Continu werd er thee en koffie aangeleverd en de vaste klanten bleven vaak even bij de toonbank hangen voor een praatje. Één van de stagiaires die regelmatig in de Javastraat te vinden was is zelf deels Turkse. Toen zij haar telefoon in vloeiend Turks beantwoordde leverde dit een stroom aan reacties op van de koffiehuisbezoekers.
“‘Ik krijg veel bekijks nadat ik een telefoontje in het Turks opnam. ‘Türkmüsün?’ (Ben je turks?) klonk er vanuit de deur opening, daar stond een nieuwsgierige meneer met een grijs pak. Zodra ik met ‘Evet’(Ja) antwoordde, kwam vraag twee, die ik beschouw als een standaard vraag in de Turkse cultuur/maatschappij; ‘Nerelisin?’ (Waar kom je vandaan?). Elke keer als deze vraag aan mij word gesteld, krijg ik het benauwd. Want voor mij is deze vraag knap lastig. Mijn vader is Koerdisch, uit Kars, Turkije. Zijn vader komt uit Georgië en zijn moeder uit Armenië. Mijn moeder is Turkse, uit Ankara, Turkije. Haar vader komt uit Rusland en moeder uit Saudie Arabië. Allebei mijn opa’s en oma’s zijn in Turkije gaan wonen en hebben hun achtergrond vanwege de oorlogen nooit erkend.
Nu is de grote vraag ;’Wat ben ik?’ Een mengelmoes van allerlei vijanden, dat is zeker!
Maar als trotse Amsterdammer, ben ik ook trots op al het bloed dat ik heb. En ontken ik niet wat ik allemaal ben. Aan een Koerd vertel ik dat ik Turkse ben, aan een Turk vertel ik dat Armeens ben. Ach, jonge rebels-heid noem ik dit.
Maar vandaag was er een uitzondering; ik beantwoordde dat ik een wereldburger ben. ‘Kozmopolit of Dünya Vatandaşi.”
Naar aanleiding hiervan en van het feit dat de andere medewerkers geen Turkse achtergrond hadden heeft zij ons geholpen met een ‘hoe- overleef- ik- een – dag- in –de- buurtlocatie- in- Oost – als – Nederlandstalige - handboek.’ Hieronder wat delen uit dit naslagwerk om het logboek in Oost mee af te sluiten.
“Paar essentiële Turkse woorden voor medewerkers:
( de letter ‘g’ wordt uitgesproken als de ‘g’ in ‘Goal’)
Hallo - Merhaba
Hoe gaat het - Nasilsiniz
Goed- Iyi [ie-je]
Niet goed (ja, dat zou zomaar ook eens kunnen!- Kötü [keu-tu]
Water - Su [soe]
Thee - Çay [tjaj]
Koffie - Kahve [Kahwe]
bv. Thee alstublieft - Çay lütfen
Bedankt - Sagol [saol]
Nee bedankt - Yok sagol [jok saol]
Nee, ik werk niet voor het koffiehuis -Yok ben kahvede çalismiyorum [jok ben kah-we-de tjalish-miyoroem]
Heeft u nog roddels over de buurt? - Mahalle ile ilgili herhangi bir dedikodu varmi?[ ma-halle iele iel-gie-lie- herhangie bier dedie-kodoe warmie?]
Ik heb begrepen dat Turkse mannen macho zijn, wat maakt u zo macho? - Anladigim kadariyla Türk adamlar maço olurlar, ve sizi maço yapan özelligniz nedir? [anladiem kadar-ieyla turk adamlar macho o-loerlar, we siezie macho yapan euzel-lie-niez nedier?]
Wat hebben al die Turkse mannen met vrouwen die blond haar en blauwe ogen hebben?
Sari saçli, mavi gözlü kadinlari türk erkekleri neden çekici bulurlar?[sarie satj-lar, mawie geuzlu kadin-lari turk erkek-leri ne-den tje-kie-djie boe-loer-lar]
Is die mevrouw niet wat voor u?- O bayan size göre degilmi? [ o bajan sieze geure dejilmi?]
Oh, pardon - Ah, pardon
U bent wel heel erg nieuwsgierig! - Siz cok meraklisiniz! [ siez tjok merak-li-si-niz]
Ik weet dat u over mij aan het roddelen bent, en binnenkort spreek ik voldoende Turks om u terug te pakken! - Benim hakkinda dedikodu ettiginizi biliyorum, ve yakinda benim türkcem daha güzel olursa size göstercem dedikodunun adini! [ beniem, hak-kinda dedie-kodoe ettie-nie-zie bie-lie-yo-roem, we yakienda benim turk-djem daha guzel o-loer-sa sieze gos-te-re-djem dedie-kodoe-noen ade-ne.”
Amsterdam Noord
In Noord waren we te gast in een ruim hoekpand met grote etalage ruiten van Ymere, in de Van der Pekstraat 2. In dit pand had meer dan 70 jaar lang Beddenspeciaalzaak Burger gezeten, die nog op nummer 52 van de Van der Pekstraat te vinden is. De Van der Pekstraat is de vaste doorgangsroute van veel Noorderlingen die vanuit ‘Amsterdam’ de pont naar huis nemen. Er komen dus veel mensen langs, maar helaas is de van der Pekstraat niet meer de gezellige winkelstraat die het ooit is geweest. Het was voor de werknemers dan ook een heel andere ervaring om een dagje in Noord te staan dan in de locatie in de drukke Javastraat. In Noord was het groter en aan het begin van de vijf maanden zeker ook wat stiller, daarom stond men meestal met z’n tweeën.
Een bekend gezicht in Noord was Svitlana. Via EVA, Educatief Vrouwencentrum Noord, kwam ze bij de buurtlocatie terecht als werkervaringsplek. Een ieder die wel eens is Noord geweest is herkent haar gastvrijheid en sterke bakken koffie gelijk. In de loop van de maanden bleek dat we in Noord wel wat hulp konden gebruiken van iemand die de buurt goed kent. Jeditah van de Broedstraten kwam ons versterken bij het bedenken en organiseren van de activiteiten. Dit zorgde voor een hoop levendigheid in de locatie.
Het verschil in drukte in de buurtlocatie is in het logboek ook te merken. De enthousiaste verhalen van de eerste paar weken zwakken in mei wat af, maar in juni wordt er weer veel verteld en leuke ervaringen gedeeld. Met name de activiteiten waren een succes, Zo was er een kunst & kitsch middag waar buurtbewoners langs konden komen met hun bijzondere bezittingen: “Wat een storm. Hele leuke discussie gehad, inclusief mooie verhalen. Mevrouw Wardenaar heeft een ge-wel-dige serie ansichtkaarten uit Noord mee, waaronder een afbeelding van de IJpont en uitzicht op de NDSM-werf.” Er waren een aantal filmavonden met films uit en over de buurt, die flinke discussies teweeg brachten en maar weer eens lieten merken dat Noord leeft. Ook waren er de drukke Home Made van de Pekmarkten, en evenementen in de Tolhuistuyn waar we bij aansloten met kinderworkshops, live-muziek en proeverijen in onze locatie.
In de ochtenden bleek Noord langzaam te ontwaken. Maar ook op de momenten dat het rustiger was wisten de medewerkers zich nog te vermaken zo laat het logboek zien: “Wel al € 4,- verdiend met verkoop van citroenlimonade aan hardlopende voorbijgangers #hetondernemersbloedblijftstromen.” Een aantal van de werknemers ontpopten zich tot echte publiekslokkers: “Toch nog een drukke dag ondanks de regen. Svitlana schrikt elke keer als ik weer met mensen naar binnen praat (voordeel als je rookt). Het is erg gezellig werken met haar, ik praat ze naar binnen en zij zet koffie voor de gasten en dan komt er een leuk verhaal uit over vroeger.” Fleur Vos, die vroeger een eigen fotostudio op de Czaar Peterstraat heeft gehad, wist nog een andere manier: ‘Hoe krijg ik de mensen in mijn winkel? Ramenlappen hielp altijd…. Ik zal is kijken of ik schoonmaakspullen vind.’
Maar wat misschien nog het beste werkte was om buiten op een stoeltje te genieten van de zon, een praatje maken met de buurman met de woest uitziende, maar erg brave hond en zo de buurt een beetje te leren kennen. Het duurde dan niet lang voor een van de nieuwsgierige buurtbewoners of vaste koffieklanten zich aandienden.
In Amsterdam Noord was er nog een ander groepje vaste klanten, de erg actieve kinderen uit de buurt. Zij waren enthousiast afnemer van de kleurplaten en kinderworkshops en zullen de locatie vast nog gaan missen. Vooral op woensdagmiddag, als de school uit was, stormden ze binnen om te kletsen of te kijken of er nog iets te doen viel. De drukke kinderen lieten de winkel vaak achter in een storm van knutselspullen: ‘De laatste kinderen zijn vertrokken. De hele winkel ligt vol met glitter en limonade.’
De groeikast in Amsterdam Noord was een succes, de ondernemers die langskwamen en zagen dat er al wat kistjes gevuld waren met lokale producten werden gemotiveerd om zelf ook een langs te komen en een kistje te vullen. De klanten op hun beurt werden zelf nieuwsgierig naar de curiosa van onze buren, ruilwinkel ‘Elythé’, of naar de paardenworst van slager Nick Bos. En net als in Oost waar de Turkse pizza van de overkant en de broodjes van Joop de Kaasknaller gretig aftrek vond, hadden de werknemers een favoriete plek om lunch te halen. Delicatessenzaak ‘Il Pecorino’ verderop in de straat verkocht de lekkerste verse broodjes en na een tip van de buurman wisten we ook dat we voor goede haring bij het haring karretje naast de Dirk van de Broek moesten zijn, ‘die is lekker en vers...’
Opvallend was dat veel mensen kwamen doorgestuurd vanuit het museum of de locatie in de Javastraat. Veel van deze bezoekers waren nog nooit het IJ over geweest, dus dat was al een beleving op zich. Meer dan eens troffen we verwarde toeristen in de buurtwinkel aan, op zoek naar de ‘Hortus Botanicus’ of ‘het Skatepark’, of gewoon op zoek naar een beetje rust in contrast met de hectiek van de stad. Het thema buurtwinkels blijkt zo voor iedereen herkenbaar te zijn, ook in Salzburg, Engeland en Spanje had en heb je immers buurtwinkels.
Een ander belangrijk onderdeel van de beleving van de locatie in de Van der Pekbuurt is dat het een buurt betrof die sterk aan het ontwikkelen is. Vele buurtbewoners zijn verontrust over wat er allemaal met de buurt staat te gebeuren. Sommigen hebben het gevoel dat ze worden weggejaagd of weggekocht. Voor anderen geldt dat ze graag zouden zien dat de buurt vernieuwd wordt. Voor woningcorporatie Ymere en het stadsdeel is het belangrijk om dicht bij de bewoners te staan en diens wensen en vragen te horen. Dit merkten wij van het Amsterdam Museum ook door de informatie en discussiebijeenkomsten die er in en om de locatie werden georganiseerd. Maar ook via de bewoners die langskwamen en ons over hun zorgen vertelden. De nieuwe ondernemers en creatieve bedrijfjes die in Noord opkomen zoals Noordjes Kinderkunst, de Taartrovers en Bed & Brek van der Pek lukt het goed om een positieve sfeer in de buurt te verspreiden.
En op zo’n middag als zondag de 21e, tijdens het eindfeest van Buurtwinkels is het buurtgevoel dan ook sterk aanwezig. De buurtbewoners en omliggende organisaties vinden het jammer dat de buurtlocatie verdwijnt, maar de mensen die de afgelopen maanden in de locatie gewerkt hebben misschien nog wel meer. Wat er nu met het pand op de Van der Pekstraat gaat gebeuren is nog niet duidelijk, maar veel ondernemers hebben de afgelopen maanden hun interesse geuit. We komen dan ook graag op de koffie bij de volgende buurtwinkelier in het pand op de Van der Pekstraat in Amsterdam Noord.