Uren in het atelier
Op het schilderij heeft Thérèse Schwartze - de titel verklapt het al - de dochters van Charles Boissevain (1868-1940) en Maria Boissevain-Pijnappel (1870-1950) geportretteerd. Helena, Justina, Maria, Emily, Catharine, Elisabeth en Dieuke waren tijdens het portretteren tussen de zes en negentien jaar oud en brachten heel wat uren door in het atelier van Schwartze - die behalve ‘society portrettist’ ook zakenvrouw en feministe was. In de collectie van het Amsterdam Museum zijn meerdere werken van haar hand te vinden.
Dochters van een deftige feministe
De zussen genoten een beschermde opvoeding en werden tot hun twaalfde voornamelijk door een kindermeisje opgevoed. Het is aan te nemen dat ze geëmancipeerd opgroeiden: hun moeder Maria was voorzitter van de Bond voor Vrouwenkiesrecht, die in 1907 werd opgericht door ontevreden oud-leden van de Vereniging voor Vrouwenkiesrecht. De Bond was wat deftiger en zette zich in voor zowel kiesrecht als voor de politieke opvoeding van de vrouw. In 1919, als vrouwen actief kiesrecht krijgen, wordt Maria gekozen tot lid van de Provinciale Staten Noord-Holland.
Pakkende propaganda voor de vrouwenzaak
Zes jaar eerder is Maria Boissevain-Pijnappel lid van het Algemeen Comité van de tentoonstelling ‘De vrouw 1813-1913’, het resultaat van een samenwerking van honderd ‘nette’ vrouwen die “pakkende propaganda voor de vrouwenzaak” willen leveren. Na afloop van de tentoonstelling wordt een Gedenkboek samengesteld. Op een foto van het Dagelijks Bestuur zien we Mia Boissevain, een aangetrouwde nicht van Maria Boissevain-Pijnappel.
Hoeveel girl power wil je hebben?