Ik moest even aan dit stempotlood in de collectie denken bij het lezen van een bericht in De Telegraaf (van 31 augustus 2012): Rood stempotlood aan de ketting.
“Steeds meer gemeenten leggen het rode stempotlood aan de ketting omdat kiezers er anders mee vandoor gaan. Terwijl de lijsttrekkers in de aanloop naar 12 september de messen slijpen, worden bij potlodenproducent Bruynzeel-Sakura de potloden geslepen. Gemeenten bestelden in totaal 10.000 rode potloden, die in veel gevallen zullen worden vastgeketend aan de stemhokjes: ‘Dat gebeurt met een kettinkje of een touwtje’, zegt een woordvoerder van Bruynzeel-Sakura. ‘Simpelweg door een gaatje in het potlood te boren. Deze klus nemen gemeenteambtenaren zelf voor hun rekening’, aldus de woordvoerder van de potlodenmaker.
Stembureaus hadden in het verleden regelmatig te maken met kiezers met smetvrees die de knoppen van de stemcomputers maar smerig vonden en om die reden in het uiterste geval zelfs hun stem niet uitbrachten. Kiezers die daar prijs op stellen, mogen echter eventueel hun eigen potlood meebrengen. ‘De enige voorwaarde is dat-ie rood is’, zo meldt een woordvoerder van het Informatiepunt Verkiezingen.”
Terwijl dit artikel dus aangeeft dat in steeds meer gemeenten de stempotloden aan de ketting gaan, is dat in Amsterdam, als ik me dat tenminste goed herinner, al tientallen jaren het geval. De geschiedenis van het rode potlood zelf gaat terug tot de Tweede Kamerverkiezingen van 1922; de kleur rood zou destijds zijn gekozen omdat deze moeilijk uitwisbaar is en helder, hetgeen het tellen vergemakkelijkt.
Klik hier voor meer informatie.