Een paar weken geleden wisselden we nog mails uit. Praten ging te moeizaam. Herman schreef, net zo zorgvuldig als hij schilderde, over het gevoel dat hij gevangen zat tussen allerlei slangen in het AMC. Zijn geest was vrij als altijd. Hij stuurde me een prachtig verhaal over zijn eerste Amsterdamse huis aan de Schippersgracht. Om zijn claustrofobische angsten in de MRI-scanner te bedwingen, had hij in gedachten het huis opgeroepen waar hij samen met zijn vriend, de keramist Jan van der Vaart, in 1960 ging wonen en later typte hij het verhaal op zijn iPad.                                

Op zijn laatste tentoonstelling in Galerie Petit heb ik een werk van Herman gekocht: Groenewegje, een ets waarop een klein jongetje tussen twee ramen staat met in elk een imposante prostituee met overhangende borsten. Het doet me denken aan zijn verhalen over hoe hij als kind verdwaald raakte in een Haags hoerenstraatje. Jaren later kregen die jeugdherinneringen een plek op schilderijen. Vorig jaar hebben we er nog uitgebreid over gepraat voor mijn onderzoek Framing Prostitution.                                      

Amsterdam

Amsterdam was belangrijk voor Herman Gordijn. De stad fungeerde soms als decor op schilderijen zoals Aan de Amstel (1960), een homo-erotische scène in een urinoir. In 1992 gaf Gordijn zichzelf de opdracht om zijn Amsterdam te schilderen. Ons museum wilde graag de serie exposeren, samen met eerder werk, zoals zijn portretten van Amsterdamse burgemeesters en acteurs. Hoewel Gordijn ook een pied-à-terre in Amsterdam had, schilderde hij vooral in zijn prachtige atelier op de woonboerderij in de Gelderse vallei, waar hij met zijn partner Joseph Kessels woonde.

Mijn regelmatige bezoeken tijdens de vijf jaren dat hij aan Het Amsterdam van Herman Gordijn werkte, verliepen volgens een vast ritueel. Eerst koffie in de woonkamer, onder het imposante werk Hoer met Cyclamen. Vervolgens naar een immense schuur met bijgebouw waar het atelier met noorderlicht was. De schilderijen stonden op ezels, omgekeerd. Door het raam schemerden de groene varens en bomen. Ik ging in een stoel zitten en langzaam draaide Herman de schilderijen om en begon het gesprek over het werk en de vorderingen sinds mijn vorige bezoek. Hij was blij met associaties die sommige beelden bij me opriepen, omdat die hem weer verder op weg hielpen. Op zijn buurt vertelde hij me hoe de beelden uit zijn ‘emotioneel archief’ een plek kregen op het doek. De herkenbare topografie van Amsterdam mengde zich met flarden uit zijn herinnering of krantenfoto’s. Een wand van het atelier hing vol met ansichtkaarten, reproducties, schetsen en gedichten, de beelden en woorden waar Herman uit putte voor zijn werk. Soms stuurde Herman me schetsjes per fax. Nieuwe thema’s werkte hij eerst uit in etsen, die hij in een ander deel van het atelier afdrukte. Het was bijzonder om zo dicht bij het maakproces te zijn. Ook voor mijn zoontje, die ik soms meenam naar het atelier. Herman genoot ervan om hem daar te zien rondkruipen en onze gesprekken werden persoonlijker.

Herman Gordijn, Gracht (onderste deel), 1997. Collectie Amsterdam Museum

Herman Gordijn, Gracht (onderste deel), 1997. Collectie Amsterdam Museum

Zelfportret in stadsgezichten

In 1996 gingen we samen met filmmaakster Hedda van Gennep en een filmploeg met de nachttrein naar Clermont l'Herault in Zuid-Frankrijk, waar Herman ook een atelier had. Voor de NPS (Het Uur van de Wolf) maakten we de documentaire Het Amsterdam van Herman Gordijn. Ik herinner me nog goed het geluid van de kwasten op het doek, terwijl we daar zaten en filmden hoe het schilderij ontstond. Door de uitleg van Herman werd zijn serie schilderijen voor mij ook een biografie van de kunstenaar. De beelden zijn realistisch, maar de composities en ‘verhalen’ van de schilderijen zijn een hoogstpersoonlijke melange van gedachten, ervaringen, beelden uit de media en de realiteit. Die gesprekken met Herman bewerkte ik tot een artikel in het boek bij de tentoonstelling.

Het was een prachtige tentoonstelling, waar veel mensen van genoten hebben. Na afloop is de serie aangekocht door het museum. De beperkte ruimte van het Amsterdam Museum staat helaas niet toe om de serie permanent in zijn geheel te tonen, maar soms zijn delen te zien, bij ons of in andere musea, zoals binnenkort in Museum More.

Herman Gordijn is er niet meer, maar door zijn schilderijen blijft hij verbonden met Amsterdam.