Op het detail hierboven van een schilderij van Jan ten Compe kijken we in zuidelijke richting tot aan de einder uit over de Boerenwetering. Deze kilometerslange vaart tussen de Singelgracht en de Kalfjeslaan was belangrijk voor de aanvoer van groenten en andere boerenproducten op schuiten vanuit de polder. Het water op de voorgrond is de in 1878/79 gedempte Mennonietensloot, die eveneens uitkwam op de Singelgracht. Op dit rustieke tafereeltje vormen de blote jongelui een aardig contrast met de twee jongens strak in het rood-zwarte pak van het Burgerweeshuis, het meisje met schort en het keurig geklede stel zittend aan de Boerenwetering.
Op het gehele schilderij zien we links van dit tafereel de overhaal, waar een schuit overheen wordt getrokken, terzijde van het Polderhuis. Ter oriëntatie: deze plek was gelegen op de hoek van de huidige Stadhouderskade en Ruysdaelkade; rechts van deze locatie zou eind 19de eeuw het Rijksmuseum verrijzen. In het Polderhuis, dat zou worden gesloopt in 1924, werden de vergaderingen gehouden van het bestuur van de Binnendijkse Buitenveldertse Polder.
Voor menige Amsterdammer was dit een geliefde omgeving om te verpozen. Bijvoorbeeld om er te wandelen met zicht op de molen De Stamper of om zich te laten roeien met een tentschuitje, zoals op het schilderij te zien is ter hoogte van de theekoepel. Bij de brug over de Boerenwetering, de Stadlanderbrug, bevond zich ter hoogte van de huidige Govert Flinckstraat herberg Stadlander alsmede een kolfbaan: een aangename pleisterplaats, al helemaal bij zomerweer.
Klik hier voor meer informatie over het schilderij.