In de dorpen van landelijk Noord waren relatief veel winkels. De Nieuwendammerdijk was een aaneenschakeling van winkels. De meesten zijn inmiddels verdwenen. In alle nieuw aangelegde tuindorpen, zoals Tuindorp Oostzaan, waren winkels met de dagelijkse levensbehoeften.
In de van der Pekbuurt kwamen 504 gemeentewoningen en 28 winkelwoningen aan de Van der Pekstraat. Daarnaast werden 12 woningen gebouwd met ruimte op de begane grond voor een kleine ‘nering’, een klein bedrijf aan huis. Als snel werd de Hagendoornweg belangrijker als winkelstraat. Tot het eind van de jaren zestig ging het relatief goed met de bedrijvigheid in de Van der Pekbuurt, maar eind jaren zeventig en in de jaren tachtig kregen de winkels het moeilijk. De komst van de Simon de Wit supermarkt in de Van der Pekstraat betekende geduchte concurrentie voor de kleine kruidenierszaken. De economie ging achteruit en bovendien kwam er concurrentie van winkelcentra als Boven Y. Ook de lokale bioscoop in Noord, Astoria op het Mosplein legde het na de aanleg van de IJ tunnel af tegen de concurrentie uit de stad.
Mosplein met Astoriatheater, 1940
In deze rij winkels was onder andere een filiaal van Simon de Wit. In 1867 begon Simon de Wit na het overlijden van zijn vader met het venten van kaas in zijn woonplaats Wormerveer. Later begon hij een kruidenierswinkel. Toen hij hoorde dat in Amsterdam de prijzen veel hoger waren, opende hij in 1888 een filiaal in de Laurierstraat. In 1900 waren er al 30 filialen en in 1954 maar liefst 150. Het concern werd in 1973 overgenomen door Ahold. De komst van Simon de Wit op het Mosplein omstreeks 1965 bracht een gevoelige slag toe aan de winkels in de Van der Pekstraat.
Purmerplein, 2005
In de jaren twintig was op deze hoek van het Purmerplein café-billard De Purmer. Ernaast lagen een manufacturenzaak (textiel), een melkinrichting en koffie- en theemagazijn ‘China’. In 2005 zat op de hoek de Nieuwendammer Apotheek met ernaast onder andere Indonesisch restaurant Puspita en een dierenwinkel.
Ritsies
Op het Purmerplein 21 zit Ritsies, een ouderwetse fourniturenwinkel waar er steeds minder van zijn in Amsterdam. Veel oudere mensen komen voor wol of haakkatoen en kinderen komen materiaal kopen om te punniken.
Het filiaal van winkelketen W. van Amerongen in Disteldorp
In 1918 begon de bouw van Disteldorp. De huizen in de ‘tuinstad’ waren bedoeld als noodwoning. Eén van de winkels was een filiaal van W. van Amerongen. “60 filialen in Nederland” staat er trots op de gevel. Van Amerongen is opgericht in 1833 en was als keten een van de oudste kruideniersbedrijven van Nederland. In 1950 nam Albert Heijn concurrent Van Amerongen over en kreeg er in één klap 92 filialen bij, voornamelijk in Amsterdam.
Winkelgalerij Zonneplein
Het Zonneplein - met winkels beneden en woningen boven - was (en is) het hart van Tuindorp Oostzaan. Veel mannen in het dorp werkten bij scheepswerf NDSM. Bij tabakswinkel Smit kwamen ze op zaterdagen kijken naar de voetbaluitslagen, die eigenaar Smit op het raam hing.
Spar op het Zonneplein
De Spar was een samenwerkingsverband van kruideniers, gevormd in 1932. DE SPAR betekent: Door Eendrachtige Samenwerking Profiteren Allen Regelmatig. Maar Spar lijkt ook op sparen en doet denken aan lage prijzen dat trok klanten. En dat doet het nog steeds!
Winkels op het Zonneplein, omstreeks jaren vijftig
Slagerij Bührs adverteert met rund- en varkensvlees. Rond 1925 kocht je varkensvlees bij een spekslager en rundvlees bij een vleeschhouwer. Er waren zelfs slagers die alleen maar paardenvlees verkochten. Bührs maakt duidelijk dat in zijn slagerij allebei verkocht wordt.
Winkels in de Van der Pekstraat
In de straat staat een handkar van de maatschappij de Friesche bond en een kar met paard. Toen waren de winkels: Maison Goudsmit, een kappers- en sigarenzaak en van Galen’s modemagazijn. Deze foto is gemaakt door de gemeente, ten behoeve van het onderhoud van de panden.
Winkel van de Algemene Arbeiders Coöperatie 'De Dageraad', 1920
Op het Vogelplein werd deze keurige rij winkels gebouwd. Rechts de dagelijkse levensbehoeften zoals melk, brood, groenten en aardappels en kruidenierswaren. Bij de kruidenier waren lang houdbare levensmiddelen te koop zoals suiker en stroop, en specerijen, bijvoorbeeld peper. Een kruidenier verkocht daarnaast ook kaarsen en wasmiddelen. Links waren winkels met huishoudelijke artikelen en textiel.
Coiffeur in Vogeldorp, mei 1920
Op de hoek van de Havikslaan en de Eksterstraat was deze coiffeur, een chic Frans woord voor kapper. Vroeger droegen de meeste winkeliers een witte of blauwe stofjas.
Interieur van slagerij J. Piel, Spreeuwenpark 7, 1920
In het begin van de 20ste eeuw verschenen de eerste kassa’s in winkels. Fabrikant NCR maakte een serie foto’s van een aantal winkels aan wie ze een kassa geleverd hadden.
Interieur van slagerij Velzeboer, Meeuwenlaan 185, 1920
Veel slagers slachtten zelf en het was heel gewoon dat de karkassen van koeien in de winkel hingen. De slager hakte het stuk dat een klant wilde af op het hakblok naast de toonbank.
- Hier is het andere deel van de presentatie te zien.
- En hier is informatie over architect J.E. Van der Pek te vinden.