De bijeenkomst is in Toko 51 op de Westkruiskade in Rotterdam. Bewoners en winkeliers van deze levendige straat vol ´etnische´ winkels en restaurants vlak bij Rotterdam CS, maken zich sterk om op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed te komen. De Westkruiskade, die rond 1980, toen ik vaak in Rotterdam was bij mijn vriend, steevast Westkroeskade genoemd werd, is al bijna geSOHOiseerd. Er zijn gelukkig nog wat rauwe randjes. “Dat willen we graag zo houden”, zei Fred Fitz-James van de Kulturu Shop, niet alleen een winkel maar ook een ‘minibakermat van kennisuitwisseling’ op het gebied van Afro-Surinaams cultureel erfgoed. Hij verkoopt niet alleen rituele en geneeskrachtige kruiden, maar weet ook te vertellen hoe je ze gebruikt.
Kloof
Gertraud Koch (Universiteit Hamburg) stelt dat er een behoorlijke kloof is tussen de nationale inventarissen en wat belangrijk is voor het culturele leven. Daar is Bruno Boom het mee eens. De Reinwardt student is begonnen aan een BA-scriptie met als stelling: Techno moet op de lijst ICE. Er zijn rituelen, zoals het BVO (biertje voor onderweg), de pillen en de afterparties, er zijn (geheime) ontmoetingsplekken, DJ´s dragen hun skills over. Argumenten genoeg. Flamenco staat op de lijst van Spanje, techno zou wel op meerdere nationale lijsten kunnen. Maar willen de technofans wel op de lijst? Dat is immers een voorwaarde; vanuit ‘de gemeenschap’ moet het verzoek komen om erop te komen. Bruno Boom moet het antwoord op deze vraag schuldig blijven, dat gaat hij nog onderzoeken.
Provocerend ICE
Tom van der Molen en ik houden een verhaal over voetbal supporters en met name hardcore Ajax fans. Kan hun sterk geritualiseerde gedrag voor en tijdens de wedstrijd als ICE beschouwd worden? En hoe ‘verzamel’ je dat als stadsmuseum? Ter voorbereiding hebben we wat supporters gevraagd hoe zij denken over voetbalsupporters op de ICE-lijst. “Ver van mijn bed show” was het antwoord. Het ook zou als provocerend ervaren kunnen worden. De rituelen zijn niet mis: niet alleen scanderend handenklappen en spelersnamen opnoemen, maar ook heen en weer springen en roepen `en wie niet springt die is geen jood´. We vinden het als museum belangrijk om ook deze rituelen en tradities te tonen, vooral op de manier zoals ze door supporters zelf vastgelegd worden.
Oubollige lijst
Voorlopig is er weinig kans dat de F-side aanklopt bij het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE), beheerder van de nationale inventaris. Maar de club Ajax heeft inmiddels wel een Erfgoedcommissie, die de laatste tijd behalve voor de voetbalsuccessen ook aandacht heeft voor supporters, zoals de leden van de bordjesclub die minstens 25 jaar lid zijn.
Het begrip erfgoed is de afgelopen jaren zeer in populariteit gestegen. In Europa althans. Paul van der Laar, directeur van Museum Rotterdam, haalt zijn Amerikaanse collega´s aan: “heritage zijn voor ons gebouwen. Wat jullie heritage noemen, noemen wij ´stories´”. “Heritage is a moral framework”, zegt Stengs. Iets wordt meer waard als je het erfgoed noemt. Maar als alle cultuur erfgoed blijkt te zijn, verliest het begrip zijn kracht. “Waarom wil je eigenlijk op zo´n oubollige lijst?”, vraagt zij zich af na de presentatie over techno. Zij pleit voor gebruik van het begrip culturele praktijken in plaats van erfgoed.
Erfgoedzorgplan
Hilariteit ontstaat over het begrip Erfgoedzorgplan. Regel 4 van de procedure luidt: “Als het erfgoedzorgplan klaar is, kan de gemeenschap een voordracht doen voor plaatsing op de inventaris”. Voor Fatima Oulad Thami was het opstellen van het Erfgoedzorgplan juist een goede manier om haar traditie te beschrijven, inclusief het gebruik van natuurlijke en geen chemische stoffen. Dat tradities wel degelijk veranderen, blijkt uit haar verhaal over Nederlandse (niet-Marokkaanse) zwangere vrouwen die vaak hun buik met henna laten beschilderen.
Inmiddels hebben zo´n 77 gemeenschappen met succes een erfgoedzorgplan gemaakt. Een gemeenschap kan een groepje zijn zoals de beoefenaars van het spel blokgooien in Roden, maar ook de 30.000 mensen met ´reizigersbloed´. Zelfs een bedrijf kan een traditie op de lijst krijgen: Coster Diamant en Gassan in Amsterdam vormen de gemeenschap die in Nederland de traditie diamant bewerken in leven houdt. Zie voor de andere gemeenschappen de website Immaterieel Erfgoed.
Straattaal
Is erfgoed in de stad weerbarstiger dan op het platteland? De meeste gemeenschappen hebben als doel om hun traditie zichtbaar te maken. Dat geldt niet voor de sprekers van straattaal, mengtalen die voordurend wisselen om anderen juist buiten te sluiten, zoals Jasmijn Rama vertelt. In Imagine IC is de tentoonstelling Leip! over straattaal te zien en te horen. Door middel van het verzamelen en selecteren van wat mensen zelf via hun smartphone vastleggen (broekzakarchieven), verzamelt Imagine IC dit ‘erfgoed van de toekomst’. Juist door ook (super)diverse culturele praktijken te verzamelen verandert het begrip erfgoed dat nauw verbonden is met de begrippen ‘ons’ en ‘wij’.
´Natural´ hair
Het gaat tijdens de studiedag ook over gemeenschappen die zich zeer van hun erfgoed bewust zijn, maar voorlopig nog geen aanstalten maken om op de lijst te komen, zoals de Caribische en Afro-Amsterdammers, voor wie het Afrikaanse erfgoed zeer belangrijk is. Marleen de Witte vertelt over haar onderzoek naar de manier waarop deze groep omgaat met hun Afrikaanse roots. In kleding bijvoorbeeld, zoals de organisatoren van het Kente festival of in haardracht, zoals de vrouwen die kiezen voor ´natural´ hair. Het is onze Hairitage, zeggen ze. Eeuwenlang hebben ze te horen gekregen dat ze ´slecht haar´ hebben, nu dragen ze hun kroeshaar met trots. Bij deze jongeren die op zoek zijn naar ‘de Afrikaan in zichzelf’ is vaak sprake van een nogal essentialistisch begrip van identiteit. Het onderzoek van De Witte laat zien dat het omgaan met erfgoed een zeer creatief proces is, dat kan leiden tot empowerment.
Belichaamd erfgoed
Het afsluitende forum stond onder leiding van dagvoorzitter Jorijn Neyrinck van de Belgische tegenhanger van het VIE: Tapisplein. De vele begrippen passeren nog eens de revue. Is er eigenlijk wel een onderscheid tussen materiaal en immaterieel erfgoed? Vrijwel alle culturele praktijken gebruiken ook objecten en ze zijn ‘embodied’ in lichamen.
Welke rol spelen instellingen als het VIE en musea, ook wel erfgoedmakelaars genoemd? Er is soms strijd over wat wel of niet ICE mag zijn. Zo kreeg de Antilliaanse Rotterdamse die het Zomercarnaval op de Nationale inventaris wil plaatsen, reacties van mensen die niet op één lijst wilden met Zwarte Piet. Ik vond de dag zeer geslaagd, vooral door de gedachtewisseling tussen de museale/culturele instellingen, de academische wereld én de mensen die de tradities vertegenwoordigen.
Zie hier voor meer informatie over de studiedag