Wij hebben een interview gedaan met Marja Heimering .
Vroeger waren er geen supermarkten, maar buurtwinkels de zogenaamde kruideniers. Deze winkels waren gespecialiseerd in bepaalde producten. In deze winkels kocht je vlees ,brood ,groente. Winkels waren heel vroeg open en heel laat gingen de winkels dicht, dat komt omdat de mensen arm waren door later open blijven konden ze meer geld verdienen.
In de winkels stond alles achter de toonbank je mocht niet zelf pakken en alles werd afgewogen. Het was heel persoonlijk in de winkel mensen kende elkaar goed en waren heel vriendelijk .
Vroeger werd in de winkels contant betaald men had geen pin, geen computer en alles werd op geschreven in een opschrijf boekje en uit het hoofd uitgerekend .Als mensen niet konden betalen werden de boodschappen op de pof betaald .Dat betekend dat de boodschappen werden opgeschreven (je mocht ze wel mee nemen )en de volgende week als er weer geld was betaald.
Vroeger was er niet zoveel personeel in de winkel zoals nu. Man en vrouw werkten samen in de winkel en ook de kinderen hielpen mee. Dit om personeelskosten te besparen. De winkels waren niet zo beveiligd als nu, er waren geen rolluiken er was geen dubbelglas, en het aantal overvallen was minder.
Vroeger kende de winkels vaste dagen waarop zij dicht waren. De slager was op maandag middag dicht, de kruidenier op dinsdag en de groenteman op woensdag middag. Vroeger waren er veel producten die seizoensgebonden waren (denk maar aan groenten en fruit ).Er was niet veel export van uit het buitenland, omdat dat te duur werd. Het meeste werd vervoerd met boot.
De meeste producten kwamen gewoon uit Nederland omdat er veel boeren waren en veel verbouwd werd. Dirk Van Den Broek bedacht als eerste een supermarkt ,hij was zelf boer. Hij is in Amsterdam-West op het Mercatorplein en supermarkt begonnen. Dat heette toen een zelfbedieningszaak. Mensen vonden het maar raar, ineens mochten ze alles zelf pakken , terwijl vroeger alles achter de toonbank stond en werd afgewogen.
Met de komst van mensen uit het buitenland (Spanje, Turkije, Marokko) veranderde ook het assortiment in de winkels uit de uitstraling. Er werd veel buiten uitgestald. In de supermarkten van nu kun je alles kopen.