Vele Noord-Amsterdammers werden lid van dit koor, waaronder mijn moeder. Het repertoire bestond uit Russische strijdliederen en (oud-)Nederlandse liederen. Ook voor licht klassiek schrok men niet terug. Na 1980 (zelf werd ik lid in 1986) was er steeds meer aandacht voor het Nederlandse strijdlied en werd het arbeiderzangkoor een echt strijdliederenkoor. Het ene na het andere nieuwe lied kwam op het repertoire. Zo was er een eigentijds lied over buren met verschillende culturen. De nieuwe Marokkaanse buurvrouw kookte zo vies, daardoor rook het niet lekker in het trappenhuis. En bij het volgende complet kwam de Marokkaanse buurvrouw aan het woord; zij vond het maar niets als haar buurvrouw spruitjes ging koken, want dié roken toch zo vies.
In 1995 heeft het koor, voor de vijftigjarige herdenking van het einde van de oorlog, een cantate laten schrijven. Het vertelt het verhaal van Anne Frank die, als ze nog geleefd zou hebben, dat jaar 65 zou zijn geworden. In het stuk was zij oma van Zlata, een Joegoslavisch meisje, dat net als Anne tijdens de oorlog een dagboek schreef. Tussen deze twee vrouwen staat oom Harald als de slechterik (de vijand verbeeldend).
Het koor heeft 48 jaar bestaan en door een tekort aan mannenstemmen moest het helaas opgeheven worden. Vele spullen zijn geschonken aan het IISG (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis), maar een aantal zijn bij het museum terecht gekomen, waaronder deze stempel die dienst heeft gedaan in de administratie van Morgenrood-Noord. Het koor Morgenrood-Centrum heeft overigens afgelopen zomer zijn laatste concert gegeven.
Kijk hier voor meer informatie over dit object.