Het opschrift ‘Welcome to Confiansa’ maakt duidelijk waar we zijn. Het is een levendige scène in een kale met tl-balken verlichte kroeg, een dronken man aan de bar, een jukebox langs de kant met erboven een opgezette krokodil en een Afrikaans masker. Opmerkelijk zijn de vele gemengde stelletjes, zwarte man en witte vrouw, die dansen of aan de tafeltjes zitten. Misschien is het schilderij wel gemaakt om een barrekening te voldoen.  De afmetingen zijn ongebruikelijk: 144,5 bij 42,5 cm. Het op karton geschilderde werk is enigszins aangetast en zeker geen meesterwerk. Maar voor het Amsterdam Museum is het een zeer welkome herinnering aan een deel van Amsterdam dat al in de jaren zeventig behoorlijk kosmopolitisch was.

Tante Sjaan

Roelof Neeteson kocht het schilderij voor zo’n 100 gulden van de eigenaars toen het café gemoderniseerd werd. In de jaren ‘70 woonde hij in een van de laatst overgebleven huizen in Wittenburg, een buurt die op het punt stond gesloopt te worden. Hij had het huis in onderhuur van Ome Gerrit, die in die tijd hokte met Tante Sjaan, de eigenares van café Confianza. Het café werd gerund door Ben, de zoon van Tante Sjaan, samen met zijn partner Simone. Ben leek als twee druppels water op de bekende Amerikaanse filmheld John Wayne.

Cafe Confianza, foto collectie Roelof Neeteson

Cafe Confianza, foto collectie Roelof Neeteson

Inmiddels woont Roelof in Italië en vanuit zijn quarantaine stuurde hij zijn herinneringen. “Ik kwam voor het eerst in Confianza toen ik via een schoolvriend terecht kon op de studentenflat op Kattenburg. Van daaruit was het maar een klein eindje naar het Kadijksplein, waar aan beide kanten van de brug, een ruim aanbod was aan cafés en andere gelegenheden, elk met z’n eigen sfeer en publiek. In veel opzichten kon je Confianza wel beschouwen als een ‘huiskamercafé’. Vaak ging ik er ‘s morgens een kop koffie drinken (die naar de maatstaven van nu eigenlijk niet te zuipen was) en keek ik in de Telegraaf naar de auto-advertenties. Ik runde in die tijd een soort garage op Wittenburg. Op het eind van de dag  keerde ik weer terug om wat alcoholische afzakkertjes te nemen en de dag door te nemen met de dan aanwezige kroegmaten. Er waren veel stamgasten en je werd op een persoonlijke manier benaderd door Ben en vooral door Simone. Er kwamen vogels van allerlei pluimages, van schuchtere nieuwe studentjes tot doorgewinterde criminelen en alles wat daar zoal in Amsterdam tussenin zit. Het kwam ook wel voor dat een vaste klant een tijdje niet te zien was. Er werd dan gezegd dat die ‘op vakantie’ was … Maar wij wisten wel beter natuurlijk.”

De Waarheid, 2 januari 1963

De Waarheid, 2 januari 1963

Het café komt ook voor in de autobiografie De spiegel van het recht (2015) van voormalig politieagent en misdaadverslaggever John van den Heuvel: “In een aantal cafés of coffeeshops, zoals Confianza aan het Kadijksplein, mochten we niet eens komen. Te gevaarlijk voor gewone agenten.” Een zoektocht in Delpher leverde slechts één incident op. In de koude winter van 1963 werd op nieuwjaarsavond een Spaanse zeeman, de 22-jarige Amados F. Lampon Rodrigues in café Confiansa gestoken met een stiletto door de 28-jarige Surinaamse bankwerker Nildo Th. S., een berucht type daar in de buurt, die met een vriend al sinds half twaalf morgens in het café was’ zoals vermeld in De Telegraaf. Trouw dook dieper in de zaak en berichtte op 3 januari dat de ruzie ging over het al dan niet aanzetten van de jukebox, die ook te zien is op het schilderij. De krant wist ook te melden dat de ‘messetrekker’ een Antiliaanse classificeerder was. 'Mieldo' werd ergens in de Jordaan van zijn bed gelicht, schreef De Waarheid en ‘de toestand van het slachtoffer is redelijk’.

Café Confiansa, detail

Café Confiansa, detail

African Dance Night

Roelof denkt met plezier terug aan de internationale inslag van het café. “Het had klanten uit alle werelddelen, onder andere ook omdat het vlakbij het Zeemanshuis lag, wat in die tijd nog inderdaad z’n naam eer aandeed, dus met echte zeebonken. Onder het publiek waren ook veel Surinamers, Antillianen en Afrikanen. Een markante Haïtiaan, die Papa Doc genoemd werd naar de dictatoriale president zijn eiland, gaf regelmatig een roffel op z’n bongo’s ten gehore. Ben en Simone stonden ook open voor alternatieve zaken, zoals andere muziek, bijvoorbeeld jazz. Ben vooral als hij dacht er wat aan te kunnen verdienen en Simone omdat ze het echt wel leuk vond. Zo hebben we een keer, waarschijnlijk voor de eerste keer in Amsterdam, een “African Dance Night” georganiseerd.”

poster  Nuit de Danse Africaine, 1977 ontwerp Hugo Kaagman, collectie Diana Ozon

poster Nuit de Danse Africaine, 1977 ontwerp Hugo Kaagman, collectie Diana Ozon

De poster is één van de eerste ontwerpen van Hugo Kaagman, gemaakt met plakletters van Letraset (stencil bold) en een fotokopieerapparaat. De naam van het café is er later bijgeschreven, want het was oorspronkelijk de bedoeling dat het feest plaats zou vinden in het Volkskoffiehuis op nr. 4. Dat werd op het laatste moment afgeblazen. Roelof vermoedt omdat men bang was, of gemaakt werd voor een ‘zwarte invasie’. Ben heeft toen aangeboden om het feest in Confianza op nr. 5 te houden. Diana Ozon schreef op Facebook, dat ze aanvankelijk niet wilde gaan vanwege dat ˋgirls free'. Maar ze hoorde dat ‘het slechts betekende dat ik geen entree hoefde te betalen en er ook geen tegenprestatie voor verwacht werd. Het bleek een West-Afrikaans principe om danstenten vol te krijgen. In Confiansa zag ik dat het helemaal oké was.’ Roelof herinnert zich dat tijdens die avond een grote, heel stevige Senegalese portier aan de deur stond, omdat er een kleine entree werd gevraagd. Ramses Shaffy, zoals gewoonlijk dronken, maakte een hoop stennis toen hij gratis naar binnen wilde, maar hij was geen partij voor de portier. Een andere anekdote met Ramses: toen hij een keer in een dronkemansgevecht met een andere bezoeker geraakte en hij het onderspit dolf, sprak de “overwinnaar” de historische woorden ‘en nu wil ik m’n kijkgeld terug !’

Roelof is blij dat het schilderij nu in de collectie van het Amsterdam Museum is. Wat hem altijd opviel op het schilderij is dat de meeste blanken er nogal treurig bijzitten, behalve natuurlijk Tante Sjaan dan, terwijl de Afrikanen vrolijk aan het dansen zijn.

Wietlucht

Confianza was ook het stamcafé van Arthur van Amerongen, die om de hoek woonde van ‘de stinkende wietboot van Kees Hoekert’. Hij beschreef in zijn column het café, naar aanleiding van de dood van deze ‘grootvader van de nederwiet’. (Volkskrant, 3 jan 2018). “Vaak stommelde hij stomdronken mijn stamcafé Confianza op het Kadijksplein binnen, vergezeld door antirookmagiër Robert Jasper Grootveld. Andere notoire stamgasten van Confianza waren Ramses Shaffy, Wally Tax en Mike von Bibikov, lijsttrekker van de Reagering en bekend van megafoon, klappertjespistool en zijn verkiezingsleus 'Den Haag het land uit, te beginnen uit Amsterdam’. Verder bestond de klandizie uit over de barkrukken gezakte temeiers, Surinamers, kickboksers van diverse etnische komaf en de nodige drugsbaronnen. 'D'r zit hier minimaal duizend jaar lik', riep barkeeper Herman altijd met gepaste trots. Uitbater Ben was hasjdealer, beroepsgokker, slager en paardenfokker en kon met zijn pokerponem en stuntelige motoriek zo in een willekeurig seizoen van Fargo terecht. De wietlucht in Confianza was te snijden, vooral als Kees er was. Die stank nam ik maar voor lief.”  

Herinneringen

Een verhaal van Heleen Verschuren in de Buurtboeken van de Hoogte Kadijk geeft een mooie indruk van de vervallen woningen en levendige cafés in dit deel van Amsterdam in de jaren zeventig. Wie heeft er nog meer herinneringen aan café Confianza? Plaats ze hieronder of mail naar a.dewildt@amsterdammuseum.nl