Door de dominante positie van Amsterdam in de handelswereld en door de toevloed van Spaans zilver spelen de Amsterdamse Wisselbank en de handelaren eromheen een cruciale rol in het bepalen van de waarde van zilver. Omstreeks 1650 komt jaarlijks ruim 15 miljoen gulden (nu meer dan 130 miljoen euro) aan Spaans edelmetaal naar de Republiek. Het wordt als muntgeld of als zilverbaren weer uitgevoerd. De Republiek koopt met Spaans zilver goedkoop in: Chinees porselein, Pools graan of Franse wijn. Het zilver brengt een op geld en op waardepapieren draaiende wereldeconomie in een stroomversnelling en versterkt de Nederlandse welvaart. Bij instellingen en particulieren stapelen contant geld, cheques, aandelen en obligaties zich op in met ijzer beslagen kisten. Tot het einde van de 18de eeuw is de gemiddelde Nederlander welvarender dan een Engelsman.
De andere kant van het verhaal
Een Gouden Eeuw van zilver. In de Republiek zijn er geen zilvermijnen, het zilver komt uit Zuid-Amerika. Spanje, eigenaar van grote delen van Zuid Amerika, dwingt de oorspronkelijke Indiaanse bevolking om het te delven. Als die aan de zware arbeid en ziektes bezwijken, worden slaven uit Afrika gehaald. Het kwik, waarmee de slaven het zilvererts bewerken, is uiterst giftig. Het zilver gaat per vloot naar Europa. In 1628 verovert Piet Hein, een kaper in dienst van de West Indische Compagnie, een Spaanse zilvervloot. De WIC gebruikt een groot deel van de opbrengst om handelsposten op te zetten in Zuid-Amerika en Afrika, zoals Recife in Brazilië en Elmina aan de Ghanese kust. Zilver, maar ook suiker, zout, tabak en tot slaaf gemaakte Afrikanen worden de belangrijke handelsgoederen van de West Indische Compagnie.
Meer informatie?
Wil je meer lezen over zilver? Kijk dan naar:
- Stanley J. Stein en Barbara H. Stein, Silver, Trade, and War (2000).