Paul Kruijssen stuurde me een mailtje. Hij was bezig met de afronding van de inventaris van het archief van de familie Van Eeghen. Eén van de laatste dozen zat vol met spullen van Piets schoonfamilie, de Huidekopers. In die doos zat een verdwaald dagboekje uit de periode 1836-1840. Of ik dat misschien interessant vond? Ik stond nog net niet op mijn bureau te springen.
De volgende ochtend in het archief zag ik direct dat dit het ontbrekende dagboekje was. Als je zo lang bezig bent met één persoon herken je zijn handschrift op den duur wel (al kan ik het nog steeds niet altijd ontcijferen). Net als het eerste deel is het een klein boekje met een gemarmerde kaft, dit keer met een rode band. De mededelingen zijn opnieuw kort en zakelijk, dus op diepzinnige bespiegelingen hoeven we niet te rekenen. Maar het geeft wel een prachtig tijdsbeeld.
Een paar grepen uit het dagboek
1 januari 1836
‘Van Papa een nieuwjaarsgeschenk van f 100. Thermometer 20 graden’ [fahrenheit]. Honderd gulden toen, dat is vergelijkbaar met ruim duizend gulden nu. Dat zijn de betere verjaardagskadootjes.
20 maart 1836
‘Heden avond ben ik door dom. J. Boeke gedoopt. Text Openbaring Hoofd 3 vers 11 “Ziet ik kome haastelijk, houdt dat gij hebt, opdat niemand uwe Kroone neme!”’
Piet was negentien jaar toen hij werd gedoopt. Dominee Boeke was de grootvader van Kees Boeke, de bekende pedagoog.
25 april 1836
‘Mijn paard is heden door den paarden doctor der Kurassiers de staart afgesneden’
Piet reed regelmatig paard, maar ik heb geen idee waarom deze staart eraf moest. Hij heeft er wel een mooi mini-tekeningetje bij gemaakt.
20 september 1836
‘Vernomen dat Frederik onze vroegere huisknecht de handelmaatschappij waar hij thans geplaatst was had bestolen’
21 sept 1839
‘Per Stoomwagen (openingsrid voor de deelhebbers) met Jan en Piet Bil naar buiten - in 32 minuten - 2 locomotieven & 18 wagens’
Het zijn een paar woorden, maar hier gaat een historische gebeurtenis achter schuil. Dit gaat over de allereerste treinrit in Nederland, van Amsterdam naar Haarlem. Of eigenlijk de tweede: één dag eerder, op 20 september, was de eerste officiële treinrit. Piet was er als jonge investeerder toch snel bij.
27 september 1839
‘Veel gepraat over een huwelijk van de koning met de gravin d’Oultremont (roomsch).’
Niet alleen de Van Eeghens, heel Nederland roddelde over deze kwestie. Hoe was het mogelijk dat Koning Willem I wilde trouwen met een hofdame, een vrouw die niet alleen geen prinses was, maar ook nog eens katholiek? Twee jaar later trouwden ze alsnog, maar pas nadat de koning afstand had gedaan van de troon.
1 november 1839
‘Camera Obscura van Hildebrand (Beets) uitgelezen. Zeer aardig.’
Het beroemde boek was toen net uit. Later zou Piet persoonlijk bevriend raken met Nicolaas Beets, de schrijvende dominee.
12 december 1839
‘Lid geworden van Natura Artis Magistra’
Ook hier was Piet er vroeg bij. Artis was pas een jaar eerder opgericht, in 1838.
14 januari 1840
‘Tour op schaatsen over den Amstel naar ‘t Kalfje [..] er wordt reeds op de Amstel geard zelfs met 2 paarden’.
Met een arreslee over de Amstel, getrokken door twee paarden… zullen we dat ooit nog meemaken?